-14-
alwaar een niet in gebruik zijnde strook grond is gelegen met een breedte
van 2/3e gedeelte van de breedte van een tennisbaan, deze oefenwand te plaat
sen. Een bijkomend voordeel daarvan is dat bedoelde oefenwand niet zicht
baar is vanaf de openbare weg en daardoor minder storend overkomt.
Wethouder van Seventer deelt mede, dat de strook grond waarop de heer Jan
sen heeft gedoeld, in eerste instantie bedoeld is geweest te zijn een toe
komstige mogelijkheid tot uitbreiding van het aantal tennisbanen. De sug
gestie echter, om die grond aan te wenden voor het plaatsen van een oefen
wand komt hem, gelet ook op de door de heer Jansen geschetste voordelen
daarvan, als een goede voor. Hij zegt toe in goed overleg met de Tennisver
eniging te zullen trachten tot die oplossing te komen.
De heer Jansen zegt met dit antwoord weliswaar tevreden te zijn gesteld,
maar desondanks aan de votering van het gevraagde krediet de voorwaarde te
willen verbinden dat plaatsing van de oefenwand geschiedt conform de door
hem gedane suggestie. Mocht zulks, om welke reden dan ook, niet mogelijk
blijken, dan zou er in een later stadium een hernieuwde discussie dienen plaats
te vinden.
Namens het college zegt wethouder van Seventer zich daarmee te kunnen ver
enigen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
aldus besloten.
16) Voorstel tot vaststelling van de 2e wijziging van de begroting 1980 van het
gemeentelijk woningbedrijf (slotreqularisatie)
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
7) Verkoop ambtswoning, Meester Bierensweq 3.
De heer Jansen zegt dat alle frakties in volledige unanimiteit het stand
punt hebben ingenomen niet anders te kunnen handelen dan de gunning te doen
plaatsvinden aan de hoogste inschrijver. Denkbaar is het, dat bij de ver
koop wellicht nog andere belangen gediend hadden kunnen worden dan nu ge
diend zullen worden, maar desondanks zou het, gelet ook op de procedure
waarvoor gekozen is, publiekrechtelijk en maatschappelijk onverantwoord
zijn van dat standpunt af te wijken. Misschien dat het mogelijk blijkt dat
inschrijver 2 met inschrijver 1 in onderhandeling treedt waardoor er wel
licht een naamswijziging totstand komt, maar unaniem luidt het standpunt
dat de hoogste inschrijver conform de gekozen procedure de woning moet
worden aangeboden en dat het een bestuurlijke wandaad zou betekenen daar
van af te wijken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel besloten.
9) Voorstel tot verkoop van het pand Kapelstraat 8.
Ten aanzien van de onderhavige verkoop heeft - zo zegt de heer Jansen - de
gemeenteraad hetzelfde standpunt ingenomen als bij de verkoop van de ambts
woning, namelijk de toewijzing te doen geschieden aan de hoogste inschrij
ver. Voor wat betreft de opbrengsten van de verkopen van beide' panden
stelt hij het volgende voor. De opbrengst van het pand Kapelstraat 8 zou
moeten worden overgeboekt naar de reserves welke vorig jaar gecreëerd wer
den en die van het pand Meester Bierensweg 3 naar de investering welke ge
pleegd wordt voor het bouwen van een nieuwe ambtswoning. Dit zal echter