-9-
Het advies van Intergas op het D.H.V.-advies onderschrijft hij, zij het
met de opmerking dat ook daarin niets gezegd wordt, over eventuele ener
giebesparing aan de installatie van de sporthal. Met het afsplitsen van
de installatie van het restaurant is hij het eens ofschoon hij niet zon
der meer voor een radiatorenverwarming zou willen kiezen.
Uit de nota blijkt tevens dat er plannen bestaan voor het isoleren van
nogeens een aantal woningen. In dit verband zou zijn fraktie graag wil
len weten of de besparingscijfers van de enige tijd geleden geïsoleerde
woningen reeds bekend zijn en zo ja, of zij daarvan inzage kunnen ver
wachten
Tenslotte stelt zijn trsktie voer om S3n de hond von deze noto ~en reke-
ning houdende met de door hem verwoorde opmerkingen, zo spoedig mogelijk
met een raadsvoorstel terzake te komen. Het lijkt hem onnodig te zeggen
dat deze voorstellen beoordeeld zullen worden aan de hand van goed uit
gewerkte offertes waarin de besparingen duidelijk tot uiting dienen te
komen
De heer Naqelkerke zegt zich te willen beperken tot de conclusies en
aanbevelingen uit het rapport. Onder meer wordt daarin gesteld dat de
gemeente zelf het goede voorbeeld dient te geven voor wat betreft ener
giebesparing vanwege de positieve psychologische effecten die daarvan
zouden uitgaan. Hij vraagt zich echter af of deze effecten niet teniet
worden gedaan indien, zoals regelmatig gebeurt, de openbare straatver
lichting gehele dagen onnodig brandt. Spreker constateert vervolgens
dat het college blijkens een uitlating op bladzijde 21 van de nota,
van mening is dat investeringen welke binnen het jaar dat zij worden
gedaan terugverdiend kunnen worden als gevolg van lagere energiekosten,
onmiddellijk moeten worden uitgevoerd. Hij is van mening dat dergelijke
zaken al veel eerder gedaan hadden moeten worden.
Namens de fraktie waartoe hij behoort deelt de heer de Hoon mede van
mening te zijn dat het thans voorliggende, zeer uitgebreide rapport
een uitstekend werkstuk vormt aan de hand waarvan zij toekomstige
concrete voorstellen gaarne afwachten.
De heer Dirven zegt een dergelijke lof niet te kunnen toezwaaien omdat
het rapport naar zijn mening veeleer een "ratjetoe" is waarmee men alle
kanten kan opgaan. Het is bijzonder warrig in elkaar gestoken en hij
prijst zich gelukkig dat in de jongste commissievergadering althans uit
de doeken is gedaan op welke wijze het rapport gelezen moet worden. Het
enige positieve dat hij aan de nota kan ontdekken is het feit dat die
gedrukt is op milieuvriendelijk papaier.
De grootste misser van het rapport vindt hij het feit dat op geen enkele
wijze wordt aangegeven welke reële bezuinigingen mogelijk zijn.
Uit de conclusies en aanbevelingen concludeert hij dat er een persoon
zal moeten komen die het energieverbruik gaat beoordelen'terwijl daarnaast
een energiecoördinator zou moeten worden aangesteld. Hij vraagt wat
het verschil daartussen is. Ten aanzien van datgene wat gesteld wordt
over de nachtverlichting is hij van mening dat daarmee, gezien het zeer
voordelige nachtstroomtariefuitsluitend een psychologisch effect kan
worden bereikt. Daar tegenover echter bestaat het risico dat een onvei
liger situatie wordt gecreëerd door onvoldoende verlichte straten. Ook
die mogelijkheid zal terdege in overweging genomen moeten worden.
Tenslotte vindt hij dat het publiek er ook recht op heeft te weten dat
als gevolg van massale bezuinigingen de energieprijzen onherroepelijk
zullen stijgen.
De heer van den Eijnaen zegt dat, waar gesproken wordt over voorlich
ting aan het publiek, naar zijn mening een goed gebruik gemaakt kan