-16- Ten aanzien van de problematiek bouwblokken, wens ik °P dit moment geen principiële discussie meer, die zijn we voorbij, ik ben in eerste aanzet bij de inrichting van dit bestemmingsplan Buitengebied een fer vent tegenstander geweest van die systematiek. Koenraads, die toen in die commissie zat, was dat ook, maar de gemeenteraad heeft voor die weg gekozen en ik denk dat we die dan ook in ons bestemmingsplan verder dienen te handhaven. Mijnheer de voorzitter, ik constateer dat, ondanks het feit dat onze eigen voorbereiding lang geduurd heeft - ik heb daar over gesproken toen we ons plan vaststelden - we de laatste periode van het gemeentelijke werk goed werk geleverd hebben. Ik zeg dat met nadruk er was een veelheid bezwaarschriften tegen het bestemmingsplan en we hebben op een goede wijze, door middel van het horen van degenen die bezwaar hadden en een goede wijze van behandeling in de commissie ruim telijke ordening een bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld. Als ik nu op de keper beschouw de principiële zaken waarin Gedeputeerde Staten anders geoordeeld hebben dan wij besloten, blijkt dat die tot een mini mum beperkt zijn gebleven. Ik heb er behoefte aan om duidelijk te stel len dat de procedure die we kozen - zeker het laatste anderhalf jaar vóór de vaststelling - een goede was en ik denk erg bruikbaar voor al datgene dat we doen rond bestemmingsplannen. Mijnheer de voorzitter, er zijn een viertal punten waar ik een enkel woord aan wil wijden. Op de eerste plaats de torensilo's waar we in de gemeenteraad op basis van een compromis tot een maatgeving kwamen. Binnen mijn fraktie heb ik toen al eens gezegd dat die maatgeving, die compromis, naar mijn oordeel er een zou zijn die niet zou worden goedgekeurd. Dat is ook uitgekomen. Mijnheer de voorzitter, wij weten dat we door niet in beroep te gaan tegen het onthouden van deze goed keuring, er binnen Prinsenbeek hogere torensilo's kunnen komen. Wij weten ook dat de afwijkingsbevoegdheid die uw college heeft om dat toe te staan en de weging die daarbij nodiq is dermate zwaar zijn dat belangen van landschap en omgeving erg goed afgewogen kunnen worden. Mijnheer de voorzitter, we weten ook dat milieuverenigingen ten aan zien van andere bestemmingsplannen op ditzelfde punt bezwaar hebben gemaaktHet beroept^ Helvoirt,is daar een voorbeeld van, waarbij de zittingen voor de Raad van State inmiddels gehouden zijn maar waar van nog geen uitspraken zijn. Wij gaan ervan uit dat mócht het G.S.- besluit in die situatie vernietigd worden, dat men ook bij de afwij kingsbevoegdheid volledig rekening zal houden met de dan aangegeven hoogte en die ook als maatgevend zal beschouwen. Rekening houdend met het feit dat binnen Brabant - eigelijk zou men moeten zeggen: binnen de E.E.G. - er een zo goed mogelijke concurrentieverhouding dient te zijn voor landbouwbedrijven, vindt mijn fraktie het niet juist om ten aanzien van het onthouden van goedkeuring daartegen in beroep te gaan. Mijnheer de voorzitter, een tweede aspect, namelijk de kernrandzöne waarbij ik de mammoetbedrijven meteen zou willen betrekken. We hebben in onze gemeente een klein, primair agrarisch gebied. Dat Gedeputeerde Staten stellen dat binnen de kernrandzöne het mogelijk moet zijn om milieuvriendelijke bedrijven te vestigen, daar kan mijn fraktie zich in vinden. Ik denk het een aanvaardbaar gegeven is dat tussen de bebouwde kom en het echte primair agrarisch gebied er een overloopfunktie is in de kernrandzöne, waar een bloemisterij of een eventueel ander milieuvriendelijk bedrijf goed zou passen. Wij heb ben er dan ook geen enkele behoefte aan om daartegen een Kroonberoep in te stellen. Wat moeilijker zou het liggen bij de problematiek van de mammoetbedrijven die in onze bepalingen volledig geweerd worden. Het besluit van Gedeputeerde Staten geeft aan dat die wering onjuist is. Rekening houdend met het feit dat een eventuele vestiging van zo'n

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 180