-22- deze gemeente verstandige opvattingen van ruimtelijke ordening vonden. Bij nadere beschouwing hebben onze provinciale verkenners ook dingen ge constateerd die terecht niet in aanmerking komen voor goedkeuring. En dat komt dan meestal omdat situaties in de tijd dat de procedure loopt veranderd zijn en dat bestemmingsplannen nu eenmaal overeen dienen te stemmen met de actuele situatie die op dat moment aanwezig is. Dus op dit moment zijn er wat schoonheidsfoutjes die verbeterd kunnen worden en daar hebben wij als fraktie dan ook geen problemen mee. Van echte betutteling vinden wij, is sprake in die gevallen waarin de Provincie meent klakkeloos andere en meer algemene - provinciale, landelijke - overwegingen met betrekking tot de ruimtelijke ordening van toepassing te moeten verklaren op specifieke situaties in Prinsenbeek. En erger lijk - en dat is een term die ik nu voor het eerst gebruik en het be treft dan ook iets waar ik mij erg aan gestoord heb - is het, wanneer de Provincie meent bouwblokken te moeten schrappen of te kunnen ver kleinen wanneer bijvoorbeeld de eigenaar tegen zijn pensioen aanzit en geen bedrijfsopvolger heeft. Naar het oordeel van mijn fraktie dient de Provincie ook in zulke gevallen- en dat dient de gemeente namelijk ook te doen - ruimtelijke en planologische motieven te ge bruiken en geen motieven die met de persoon van de eigenaar of gebrui ker van de grond verband houden. Dit ter inleiding. Voor wat betreft de inhoud van de niet goedgekeurde aspecten van het bestemmingsplan, het volgende. De Provincie vindt dat mammoetveredelingsbedrijven zich zouden moeten kunnen vestigen in het primair agrarisch gebied. Wij vinden dat dat niet het geval moet zijn, althans zo hebben wij dat in het bestemmings plan vastgelegd. Mijn fraktie vindt dat er niettemin geen beroep moet worden aangetekend tegen deze beslissing van de Provincie omdat slechts gevraagd wordt om een wijzigingsbevoegdheid van burgemeester en wet houders en wij kunnen ons niet voorstellen dat de kans erg groot is - daarin volg ik de heer Roeien - dat zich in het dichtbebouwde land dat wij ons Buitengebied noemen er zich talloze mammoetbedrijven zouden kunnen vestigen. Ook in het geval van nieuwe vestiging van bedrijven in de kernrandzöne gaat de Provincie in tegen onze opvattingen van wat wij een op de toekomst gericht ruimtelijke ordeningsbeleid vinden. Wij hadden drie redenen om dat uit te sluiten. De eerste reden is dat wij willen voorkomen dat hinder van die bedrijven zou uitgaan naar een woonomgeving die daar direct aansluitend aan is; een tweede reden is dat er zich bij eventuele toekomstige uitbreiding van Prinsenbeek andere problemen zich kunnen voordoen; een derde reden is een meer ruimtelijke ordeningsmotief: een motief is dat voorkomen dient te worden dat het Buitengebied, en zeker de onmiddellijk aanpalende ge deelten, nog intensiever en misschien met lintvorming bebouwd dreigt te worden. Er zijn goede redenen om de kernrandzöne vrij te houden van nieuw te vestigen bedrijven en op zich is dit alles genoeg - zo zouden we oor delen - om in beroep te gaan tegen zo'n uitspraak van Gedeputeerde Staten. Maar ook in dit geval wordt weer slechts een wijzigingsbe voegdheid voorgesteld ter verandering van het plan en wij hopen dat burgemeester en wethouders, gelet ook op de motieven waarom wij het in eerste instantie niet deden, van die wijzigingsbevoegdheid in ieder geval een erg verstandig gebruik zullen maken. Dus uiteindelijk toch geen beroep aantekenen tegen deze verandering. Tegen de onthouding goedkeuring westelijke uitbreiding vuilstortplaats, daar zijn de argumenten uitgebreid door de heer Roeien genoemd en ik sluit mij daar volledig bij aan. Ik wil ook nogeens een keer - evenals

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 186