-27-
agrariër is dan zeggen Gedeputeerde Staten, dat het op dit moment
weinig zinvol is om hier nog deze bouwblok te projecteren. Waarom
kan de Provincie dit zeggen? Daar is niets mee verloren. Zit daar
een burger en deze burger verkoopt zijn woning, een bouwblok daar
op hebbend, aan een andere burger, dan blijft het hetzelfde. Gede
puteerde Staten zeggen: "nee, we halen deze bouwblokken eraf, dan
blijft er dus een burgerwoning over waarop niet van toepassing is
- en dat is essentieel - de bestemmingsvoorschriften die gelden
voor die bouwblokken. Deze burger verkoopt zijn pand aan een agra
riër die dit kan aantonen via zijn eigen instantie, de agrarische
adviescommissie in Tilburg. Als de agrarische adviescommissie dit
ondersteunt, dan is er geen enkel probleem om via de wijzigingsbe
voegdheid die burgemeester en wethouders hebben, deze man te hel
pen. Dat is ook de filosofie die de Provincie er op nahoudt. Blijft
het bouwblok wel erop zitten, dan kunnen er diverse problemen in
allerlei situaties ontstaan. Ik noem er u slechts één, namelijk men
gaat als burger in het Buitengebied in een bouwblok zittend, zijn
pand verkopen, zet dat in de krant en geeft daar - zij het onjuist -
argumenten aan dat er mag worden bijgebouwd en dergelijke. Dan
zijn de problemen niet van de lucht. De Provincie zegt: "laten we
de vinger aan de pols houden en zitten er op dit moment in het be
stemmingsplan dat de raad heeft vastgesteld burgers, dan halen wij
dat er af. Komt daarop weer een agrariër, en is het een volwaardig
agrariër dan zal ook bij het college van Gedeputeerde Staten geen
enkel probleem ontstaan.
Ten aanzien van de silo's zegt u terecht: college blijft streng voor
wat betreft het afgeven van vergunningen. Ik heb u al gezegd dat het
college in deze zeer alert zal zijn.
Dan kom ik op de bouwblokken. (J volgt ten aanzien van bepaalde zaken
waarover het provinciaal bestuur een andere visie had, niet de com
missie; u volgt de commissie in een aantal gevallen; in vijf geval
len volgt u die niet. Dat zijn dus Vissers, Meester Bierensweg 85,
Klep, Korenpad 7, van Leijsen, Verloren Hoek 10, Wildhagen, Overveld-
sestraat 32a en van Erp, Essendreef la.
Het college kan zich in het advies van de commissie .vinden
U hebt uitgeweid bij punt 9, de heer Klep, en daar kan ik u van
zeggen dat destijds, kennelijk voor de vaststelling van het bestem
mingsplan Buitengebied, is er een bouwvergunning afgegeven omdat be
trokkene een bedrijf aan het opbouwen en uitbreiden was in de sfeer
van aanleg en onderhoud van tuinen. Ontwikkelingen van de laatste
tijd tonen niet aan dat hij een bouwblok nodig zou hebben. En ook
dan komt het weer: wanneer dit voorde verdere ontwikkelingen van
dat bedrijf nodig is, wenselijk of noodzakelijk is, ook dan hebben
burgemeester en wethouders de bevoegdheid krachtens de afwijkings
bepaling om deze man te helpen en zo snel mogelijk aan een bouwblok
te helpen. Te zijner tijd - ik richt me nu tot de heer Lodewijks -
zal dan ook de plankaart worden aangepast. Voor het overige kon ook
de heer Dirven akkoord gaan met datgene wat door de heer Roeien is
gezegd en wat de instemming van het college heeft. Niet op de per
soon gericht, zoals ook door de heer van der Westen is gesteld, maar
er moet planologie bedreven worden. Ik meen dat ik mét de heer Roeien
heb aangetoond de motiverina waarom Gedeputeerde Staten deze
planologische visie hebben ontwikkeld en aan u hebben kenbaar gemaakt.