-30- van een redelijke afweging. Ik blijf daarbij zeggen dat - hij noemde enkele voorbeelden' waar op dit moment geen bedrijf aanwezig is - als het mor gen een serieus bedrijf is kan binnen het kader van de procedure van ons bestemmingsplan daar een bouwblok op terug komen. En als ik ge sproken heb over zorgvuldigheid en proberen in het Buitengebied de zaken zo noed mogelijk op een rij te zetten, dan denk ik dat het be ter is om op bedrijven die op_dit moment niet volwaardig zijn daar' geen bouwblok te hebben teneinde verkeerde ontwikkelingen tegen te gaan en het be ter op preciese merites beoordeeld kan worden op het moment waarop wel van een reëel bedrijf sprake is. Mijnheer de voorzitter, een laatste bemerking; ik had die over het hoofd gezien tot nu toe. En dan val ik toch weer terug op de toren- silo's. In de toelichting staat dat die alleen binnen het primair agrarisch gebied zouden kunnen komen. Dat dient te zijn - en ik heb dat bij de vaststelling van het bestemmingsplan destijds gezegd - op alle bouwblokken. Daarmee wilde ik mijn bijdrage in tweede ter mijn beëindigen" Hierna geeft de voorzitter het woord aan de heer Dirven die als volgt zegt: Mijnheer de voorzitter, ik wilde even aanstippen dat u niet bent ingegaan op de aanbeveling zoals ik die verwoord heb uit het advies van Ruys Bolder inzake de artikel 11-procedure voor het agra risch gebied met natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarde, met name Weimeren. De Provincie stelt dat in dat gebied volgens een wijzigingsbesluit wel nieuwe vestigingen van agrarische bedrijven zou moeten worden toegestaan. Ik onderschrijf het advies van het bureau Ruys Bolder dat zulks niet zou moeten kunnen en ben van mening dat het ook niet kan omdat het een boezemgebied betreft. Ik wilde u de mogelijkheid geven naar de Provincie te schrijven en mede te delen dat zij de plank totaal mis geslagen hebben want je kunt daar een voudigweg geen boerderij bouwen". De heer Roeien: "Mijnheer de voorzitter, bij interruptie, er is geen tussenweg, men moet een Kroonberoep instellen want terugkoppelen kan niet. Besluitvorming heeft plaatsgevonden". Voorzitter: "De heer Dirven heeft het antwoord al van zijn collega Roeien gehad". De heer Dirven: "Dus u onderschrijft het antwoord van de heer Roeien. Dan vraag ik u daar een Kroonberoep tegen in te stellen". Voorzitter: "Wij kunnen de Kroon mededeling hierover doen zoals we dat ook zullen doen ten aanzien van vormfouten welke in het besluit voorko men. En de Kroon die kan en die zal - want er zal heus wel beroep aan getekend worden door, alleen al hierdoor; alleen het feit dat uw raad Kroonberoep aantekent houdt in dat de Kroon ambtshalve het gehele be stemmingsplan zal doorlichten en dan komt de Kroon dit zonder meer ook tegen" De heer Dirven: "Akkoord. Dan kom ik in concreto terug op hetgeen u over die filosofie gesteld hebt. Ik vind dat toch een heel gevaarlijke ontwikkeling. Als u zegt: elk burgerperceel kan weer een bouwblok krij gen, dan zitten we weer op hetzelfde hellende vlak waarop we vroeger zaten. Want niet alleen de hier geschrapte burgerpercelen kunnen dan, maar van elk pand - sik stuk grond - is het in theorie weer mogelijk om een bouwblok te maken. En dat is nu net hetgeen wat ik gelegenheids planologie noem: daar moet je jezelf veel sterker tegen wapenen; je hebt nu dus een onderscheid gemaakt tussen bouwblokken voor agrarische bestemming en burgerbebouwing. Nu gaat u weer de mogelijkheid openen - en dat vind ik gelegenheidsplanologie -: als er een mannetje opkomt die toevallig weer een stuk in kan vullen dan maken we daar een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 194