-33-
Mijnheer-Dirvenik kan in tweede termijn kort zijn op hetgeen
door u en de heer Lodewijks is gezegd. Nog scherper is naar voren
gekomen, dacht ik, de tegenstelling tussen de heer Roeien en de heer
Lodewijks - want die zitten op een lijn - contra de visie die door
de heer Dirven naar voren wordt gebracht. Daar ben ik in eerste ter
mijn uitvoerig op ingegaan; ik heb er weinig behoefte aan om daar in
tweede termijn op terug te komen.
Mijne heren, ik sluit de discussie. Ik stel het voorstel van burgemees
ter en wethouders aan de orde. Als u mij even wilt volgen, want u neemt
nu afzonderlijke besluiten die straks in totaliteit naar de Kroon gaan.
Eerste voorstel van burgemeester en wethouders is: beroep instellen
tegen de onthouding van goedkeuring aan de westelijke uitbreiding
van de vuilnisstortplaats. Kunt u zich hierin vinden?"
Zonder hoofdelijke stemming wordt al
dus besloten.
"Dan neem ik even het gestelde onder c): geen beroep in te stellen
tegen de door Gedeputeerde Staten gegrondverklaarde bezwaarschriften.
Kunt u zich daar ook in vinden?"
Zonder hoofdelijke stemming wordt al
dus besloten.
"Nu komt onder b): er liggen twee voorstellen; een van de heer Roeien,
ondersteund door de heer de Hoon en de heer Lodewijks en ook onder
steund door het college, om beroep in te stellen in vier gevallen,
bekend onder de nummers, 2,3,4 en 19. Kan de raad zich hierin vinden?"
De heer Roeien: "Mijnheer de voorzitter, u motiveert dit besluit
wat verkeerd want ten aanzien van de vier was er geen enkele afwij
king met de mening van de heer Dirven; die heeft ook de vier onder
schreven, dus als u besluitvorming probeert te nemen ten aanzien
van een Kroonberoep voor deze vier, dan denk ik dat de raad daarin
unaniem is".
Voorzitter: "Akkoord, het is een unaniem advies van de commissie. Ik
ben blij rnet dit herstel".
Zonder hoofdelijke stemming wordt al
dus besloten.
"Dan is er een verderstrekkend voorstel - want zo moet ik het formu
leren van de heer Dirven die zegt: "ik zou ook aan uw raad willen
voorstellen om ten aanzien van een vijftal andere bouwblokken ook
beroep in te stellen, namelijk de nummer 1,9,14,17 en 21. Mijn vraag
is: vindt dit verdergaand voorstel voldoende ondersteuning om te
zeggen dat er over gediscussieerd had kunnen worden".
De heer van Schaik: "Voorzitter, mag ik hierover een vraag stellen?
Degenen die de neer Dirven noemt kunnen toch ook zelf beroep aan
tekenen.
Voorzitter"Zonder meer
De heer van Schaik: "Mag ik dan weten wat het verschil is tussen de
behandeling als de mensen persoonlijk beroep aantekenen en als de
raad dit aantekent?"
Voorzitter: Geen enkel verschil. De Kroon zal even goed afwegen of
Jan dat doet of uw raad. Daar is geen verschil".
De heer Dirven: "Het ligt dus in 'de verantwoording van de gemeente
raad om in beroep te gaan,