-36- Op een daartoe strekkende vraag van de voorzitter blijken ook de andere leden van de raad zich te kunnen verenigen met het advies zoals dat is uitgebracht door de Arob-commissie Zonder hoofdelijke stemming wordt ver volgens conform het voorstel besloten. 14) Nota inzake medewerking ex artikel 3D der Kleuteronderwijswet met be trekking tot het aanschaffen van sjouwplanken voor kleuterschool 't Beekje, Kapittelhof 8. Zonder hoofdelijke stemming wordt con form het voorstel besloten. 15) Voorstel inzake aanvrage ex artikel 72 der Laqer-onderwijswet 1920 voor de aanschaf van nieuw meubilair ten behoeve van de Heilig Hartschool, Kapelstraat 44. De heer Dirven deelt mede dat tijdens de behandeling van dit voorstel in de commissie financiën, onderwijs en personeelszaken twijfel is ge rezen omtrent de noodzaak tot aanschaf van nieuw meubilair. De argumen tatie van het college dat het hier gaat om de vervanging van 200 leer lingensets, die al meer dan 10 jaar in gebruik zijn en derhalve als versleten zijn aan te merken, wordt door de commissie niet onderschre ven. Spreker zou graag van het college willen vernemen of er voldoende onderzoek is geweest naar de noodzaak van vervanging. De heer Jansen is eveneens van mening dat de argumentatie "10 jaar in gebruik en derhalve versleten" geen juiste is. Ook hij zou graag op de hoogte gesteld willen omtrent de toestand van het meubilair. De heer van der Bom sluit zich bij beide voorgaande sprekers aan. Wethouder van Seventer beaamt dat de conclusie welke in het voorstel wordt getrokken na de constatering dat het meubilair 10 jaar oud is, onjuist is en biedt daarvoor zijn excuses aan. Hij vervolgt met te zeggen dat uit de commissie financiën, onderwijs en personeelszaken het verzoek is gekomen een onderzoekin te stellen naar de toestand waarin het desbetreffende meubilair zich bevindt. Aan dit verzoek ge volg gevend, heeft het college de hoofden van de afdeling bouw- en woningtoezicht en van het bureau onderwijs en personeelszaken verzocht een dergelijk onderzoek in te stellen. Daarbij viel voor het college wel enige aarzeling te overwinnen omdat een dergelijk onderzoek gemak kelijk beschouwd zou kunnen worden als een controleren van de Inspec teur voor het lager onderwijs die zich reeds in een eerder stadium over de noodzaaktot vervanging heeft geïnformeerd en in wie het college een groot vertrouwen stelt. Uit het rapport dat beide eerdergenoemde heren naar aanleiding van hun bevindingen hebben opgemaakt, blijkt inderdaad dat het woord "versleten" materiaaltechnisch gezien niet geheel op zijn plaats is. Eerder is het zo, dat de genoemde periode van 10 jaar wat aan de krappe kant is. Er moet van uitgegaan worden dat deze leerlingen- sets gemiddeld reeds zo'n 14 tot 15 jaar in gebruik zijn. In plaats van de term "versleten" had dan ook de term "verouderd" gebruikt moeten worden. Verouderd, omdat de opvattingen inzake juiste zithoudingen zich in die periode gewijzigd hebben. Het blijkt ook dat dergelijke bankjes en stoeltjes rugklachten geven en ook artsen constateren een steeds slechter wordende lichamelijke conditie van de kinderen. In Amsterdam kwam de G.G. G.D. tot-de conclusie dat maar liefst 90?ó van de lagere-schooljeugd houdings- of bewegingsproblemen heeft. Een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 200