mening van het college voor wat betreft de subsidieverlening, niet zo ver schrikkelijk relevant. Het voorstel dat de raad vorig jaar werd aangeboden was gebaseerd op een veelheid van kwalitatief verschillende gegevens uit het verenigingsleven, waarbij vanuit het verenigingsleven ook gevraagd werd die gegevens aan te willen passen aan hun verenigingsjaarDoor de omstandigheid dat ook een lid van het college qualitate qua zitting heeft in de beheers commissie "Eikebos", heeft het college een duidelijk beeld van de behoefte die er bestaat aan financiële tegemoetkomingen. En als - zo vervolgt hij - met die tegemoetkoming een bedrag vereist is van zo'n f. 3.000,op jaar- bais, valt het hem niet gemakkelijk te begrijpen waarom men zoveel moeite heeft daar achter te gaan staan. De opmerking van de heer Roeien, dat het voorstel niet is onderbouwd, acht spreker niet terecht waar immers gezegd wordt dat, om diverse verenigingen nog aan te moedigen tot gebruikmaking van het gemeenschapshuis, het college de mogelijkheid tot subsidiëring gaarne nog met een jaar verlengd zou zien. Daarbij gaat het niet om de financieel sterke verenigingen, doch uitsluitend om die groepen waarbij de noodzaak tot financiële steun dringend aanwezig is. De heer Jansen zegt zich volledig in de gedachtengang van wethouder van Seven- ter te kunnen vinden zonder dat zulks zou moeten leiden tot een wijziging' van het door hem gedane voorstel. Vóór 1 januari aanstaande zal het namelijk be kend zijn of het verantwoord is op de ingeslagen weg door te gaan. Op dit moment gaat het niet om de bedragen maar om de principiële uitgangspunten. De heer Dirven is van mening dat door het accepteren van het voorstel van de C.D.A.-fraktie, de beheerscommissie "Eikebos" in een onmogelijke onder handelingspositie wordt geplaatst. De heer Roeien is het niet geheel duidelijk waarom de heer Dirven voor deze opstelling kiest. Uit de desbetreffende stukken van het vorig jaar blijkt namelijk dat de gemeenteraad voor 1 januari aanstaande, de tarieven voor het komende jaar moet vaststellen. Bij interruptie zegt de heer Jansen vroegere debatten over dit onderwerp in herinnering te willen brengen, tijdens welke debatten hij zich steeds een fer vent voorstander heeft betoond van het loskoppelen van het lidmaatschap van de beheerscommissie van het lidmaatschap van de gemeenteraad. De argumenten welke de heer Dirven namelijk hanteert zijn geen onderbouwende argumenten om in de gemeenteraad tot besluiten te komen, maar hebben veeleer het karakter van een verzoek van de beheerscommissie aan de gemeenteraad. De heer lodewijks zou het een onwaarschijnlijk vreemde zaak vinden, indien de gemeenteraad nu een besluit zou nemen waardoor het in principe mogelijk is dat over 2 a 3 maanden nieuwe onderhandelingen geopend moeten worden met de diverse gebruikers. Hij is van mening dat het vanuit de verenigingen ook in hun planning niet passend is om zulke afspraken met de beheerscommissie te maken. Om die reden voelt hij niet veel voor het voorstel van het C.D.A., ofschoon hij wil erkennen dat het voorliggende voorstel enkele onduidelijkheden bevat die, waren zij er niet geweest, de C.D.A.-fraktie waarschijnlijk goedgunstiger gestemd zou hebben. De heer de Hoon deelt mede in grote lijnen te kunnen meegaan met de visie van het C.D.A., mits het college zich bereid verklaard op korte termijn volledig opening van zaken te geven. Zo bevreemdt het hem ook waarom subsidieverstrekking uitslui tend ten goede komt aan slechts één categorie gebruikers, namelijk de incidentele gebruikers, en waarom de groep van de jaargebruikers daarbij geheel buiten be schouwing blijven. De heer van den Eijnden is van mening dat de discussie zoals die thans gevoerd wordt vermeden had kunnen worden als het voorstel beter onderbouwd was geweest. Tijdens de laatstgehouden algemene beschouwingen, heeft de fraktie waarvan hij deel uitmaakt duidelijk te kennen gegeven dat het gewenst werd geacht te be schikken over een overzicht van alle verenigingen welke de gemeenschap kent, aan de hand waarvan de kosten en baten van die verenigingen met elkaar verge leken zouden kunnen worden. Met die gegevens bij de hand, zou het mogelijk zijn,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 236