II Wethouder Houtepen dankt de heer van der Bom voor diens lovende woorden en zegt, naar aanleiding van de vraag van de heer Dirven, geen onderzoek te hebben ingesteld naar de mogelijke gevolgen voor de werkgelegenheid bij derden omdat dat, zijns in ziens, buiten de orde van dit voorstel valt. De heer Dirven ziet daarin een grote mate van onzorgvuldig handelen. Meerdere ja ren is bedoeld werk uitbesteed aan derden en het financiële voordeel dat de gemeente heeft bij uitvoerino door de eigen dienst, mag haar niet de ogen doen sluiten voor de mogelijke gevolgen daarvan elders. De heer Roeien vindt in dit verband de kwalificatie "onzorgvuldig handelen" te ver gaan. Indien zonder uitbreiding van het personeelsbestand bij de afdeling openbare werken een uitbreiding van werkzaamheden kan worden bereikt met inschakeling van enig nieuw materieel, is een compliment zoals eerder gemaakt door de heer van der Bom alleszins op zijn plaats. Bovendien, zo vervolgt wethouder Houteoen, is het ook in het verleden steeds ge- Druikelijk geweest van jaar tot jaar te bezien welke inschrijver een voor de gemeen te meest gunstige aanbieding heeft gedaan zonder daarbij de werkgelegenheidsaspecten te betrekken. Het college van burqemeester en wethouders heeft er naar zijn mening zorg voor te dragen dat de gemeentelijke aelden zo doelmatig mogelijk worden aangewend. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel besloten. 11) Voorstel tot het aanschaffen van een snoeihoutversnipoeraar ten behoeve van de dienst beplantingen. De heer Roeien zegt verheuqd te zijn te hebben moaen constateren dat blijkens het verslag van de commissievergadering openbare werken, duidelijke argumenten naar vo ren werden gebracht om, ondanks het feit dat verschillende offertes zijn ingekomen, te besluiten voor aanschaf van een ander dan het goedkoopste type. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel besloten. 12) Voorstel inzake benoemino van een lid van de Stichting Gertrudisoord Nadat de voorzitter de vraag heeft gesteld of de raad zich kan vinden in een be noeming bij acclamatieantwoordt als eerste de heer van der Bom daarmee volledig te kunnen instemmen zij het dat hij daarbij de opmerking wenst te plaatsen te ho-" pen dat de heer van der Westen in de nabije toekomst de gelegenheid zal krijgen als voorzitter te gaan fungeren van een nieuw te vormen "drie-in-een-stichting" Daarbij aansluitend vindt de heer Dirven dat inderdaad bij de benoeming nu van een lid van de Stichting Gertrudisoord, meer aandacht moet worden geschonken aan de door de gehele raad gewenste samensmelting van de drie instellingen welke ge meentelijk op het terrein van de volkshuisvesting actief zijn. Namens zijn fraktie interrumpeert vervolgens de heer Jansen met de mededeling aan een discussie over deze aangelegenheid niet te willen deelnemen waarna hij voor stelt benoeming bij wijze van schriftelijke stemming te doen plaatsvinden. Na schriftelijke stemming blijkt de heer M.C.vande Westen met meerderheid van stemmen te zijn be noemd tot lid van de Stichting Gertrudisoord. 1 Dhxlts 1 blsmko 1 1 vóór Mv o Westen 13) Voorstel tot verhoging van de tarieven voor de onroerend-ooedbeiastingen. De heer Hennekam zegt een principiële zaak aan de orde te willen stellen. Zoals bekend, is ten aanzien van de verhouding tussen de persoonlijk gerechtigden en de zakelijk gerechtigden in de gemeentwet een plafond gesteld die zich verhoudt van 15 12. Dat geldt alleen maar bij een maximale heffing. Nu mag uit die ver houding wél worden afgeleid dat getracht moet worden de tarieven daarónder zoveel mogelijk op die verhouding af te stellen. De meeste gemeenten - de gemeente Prin senbeek vormt daarbij qeen uitzondering - hanteren een afwijking daarin, die er op neerkomt dat in bijna alle gevallen de zakelijk gerechtigden meer worden belast dan volgens die sleutel het geval zou zijn. Door de voorgestelde verhoging van de tarieven per 1 januari 1932, wordt die afwijking noo iets vergroot. Bij de feite lijke gebruikers komt er f. 0,10 bij en bij de eigenaren komt er f. 0,05 bij. Erg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 263