- weinig, gelet ook op het feit ciat er in de gemeente Prinsenbeek billijk geschat is in het verleden. Spreker stelt vervolgens voor om de feitelijke gebruikers en de eigenaren in dezelfde mate te verhogen waarbij de totale opbrengst voor de ge meente dezelfde blijft. Bovendien zal het voor de meeste inwoners uit Prinsenbeek geen enkel verschil uitmaken omdat zij zowel als feitelijk eigenaar als bewoner van hetzelfde pand moeten betalen. Het betreft uitsluitend oeqenen die een woning huren en het is juist die categorie die in het verleden extra laag belast is gewor den. Spreker zegt niet de bedoeling te hebben terzake een voorstel te doen maar alleen op te willen wijzen dat bij een jaarlijkse verhoging in diezelfde verhou ding van f. 0,10 f. 0,05 na verlooo van een aantal jaren die afwijking nog veel groter is oemaakt. Om die reden zou hij er voor voelen dat de gemeenteraad een principale uitspreekt zoveel mogelijk te willen streven naar een gelijkblijvende verhouding tussen de zakelijk gerechtigden en de persoonlijk gerechtigden, conform de gedachte van de gemeentewet. Spreker zou daarbij als startpunt willen hanteren de situatie zoals die thans bestaat. De heer Dirven constateert dat bij de voorgestelde verhoging is uitgegaan van het maximaal toegestane percentage van 4. Ook andere college-voorstellen, die zo dade lijk aan de orde komen, zijn gebaseerd op datzelfde uitgangspunt. Spreker vraagt zich af, of de gemeente daarmee wel op de juiste weg is; of dit automatisme zon der meer geaccepteerd moet worden. Juist in deze tijd, waarin alle zaken duurder worden, kan zijns inziens terecht de vraag worden gesteld of het nodig is de ge meentelijke tarieven zonder meer met b% te verhogen. De heer Roeien zegt dat de heer Dirven zich waarschijnlijk wel zal herinneren dat een bepaald tarief enkele jaren geleden op basis van reële becijferingen verhoogd had moeten worden boven het toen toeaestane percentage, hetgeen toen niet haalbaar bleek. Hij meent deze opmerking te moeten maken omdat die essentieel is bij het beluisteren van de woorden van voorgaande spreker. De heer -van der Bom zegt dat zijn fraktie zich kan vinden in het voorstel van burge meester en wethouders en dat zij zich voor het overige wenst aan te sluiten bij de woorden van de neer Hennekam. In zijn beantwoording .in eerste termijn, deelt wethouder van Seventer mede bij toe komstige aanpassingen van de tarieven voor de onroerend-goedbelastingen de woorden van de heer Hennekam in gedachten te zullen houden. Uitgaande van de situatie per 1 januari 1982 zal er naar gestreefd worden de verhouding tussen de verschillende categorieën te handhaven. Zich vervolgens richtend tot de heer Dirven antwoordt hij dat de verhoging van de tarieven met in feite een tegemoetkoming betekent aan een door de raad in het verleden aeuite wens waarbij onder andere ook verzocht werd er voor te waken dat de ingezetenen met een te drastische verhoging geconfronteerd zouden worden. Daarbij dient de heer Dirven ook voor oqen te houden dat ook voor de gemeente allerlei kos ten stijgen. Wanneer niet regelmatig ook de gemeentelijke tarieven zouden worden bijgesteld zou het op een goed moment wel eens noodzakelijk kunnen blijken te zijn die tarieven te verhogen met een hoger percentage dan tot nu toe gebruikelijk is. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel besloten. 14) Voorstel tot verhoging van de gemeentelijke leoes door vaststelling van de leges- verordeninq 1982. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. j 15) Voorstel tot verhocing van de hondenbelasting. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 16) Vaststelling nieuwe verordening Drank- en Horecabelasting en het aangiftebiljet voorde drank- en horecabelasting. De heer Naoelkerke zegt. dat blijkens artikel 1. lid b van de concept-verordening tevens een jaarlijkse belasting wordt geheven van het slijtersbedrijfNaar zijn mening heeft bedoelde categorie enige jaren geleden ontheffing gekregen van die verplichting. Grnag zou hij willen vernemen of die ontheffing nog altijd van kracht is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 264