De heer Lodewijks zegt ten aanzien van het eerste deel van het voorstel, de
5-c-tariefsverhoginq, geen bezwaren te hebben, die staat zo ongeveer in ver
houding met diverse andere tariefsverhogingen. Spreker vervolgt met te zeggen:
"Ten aanzien van het tweede heb ik toch wei een bemerking op hetgeen de heer
Jansen heeft gezegd, namelijk dat er nooit gevraagd zou zijn om een uitbreiding
van het programmapakketIk denk mij te kunnen herinneren dat zulks wel degelijk
gevraagd is. Bovendien zou het aanbod dat Casema dan aan Prinsenbeek doet meer
in overeenstemming zijn met datgene wat reeds in Breda geboden wordt. Dus wat
dat betreft heb ik op zichzelf geen problemen tegen het uitbreiden van het pro
grammapakket. Het enige probleem dat wij hebben vormt de tariefsverhoging die
daaruit voortkomt, f. 1,70 per maand per aansluiting betekentofschoon per persoon in
meer of mindere mate eenqering bedrag,voorCasema een torse extra inkomst en het
doet ons een beetje denken aan een verkapte versnelde tariefsverhoging; het zijn
bijna sattelietprijzen die hier berekend worden. Wij zouden dan ook graag in
tweede instantie, nadat u met Casema in overleg bent getreden over de vraag welke
nu precies de kosten zijn voor een uitbreiding van het programmapakket, die kosten
wel willen honoreren, maar ik denk dat die kosten veel lager zullen zijn dan f. 1,70."
De heer de Hoon zegt dat in het verleden immer werd gesteld dat de gemeente Prinsen
beek tezamen met de gemeente Breda één net vormt. De inwoners van de gemeente Breda
hebben al geruime tijd de beschikking over 9 zenders en betalen een lager maand
bedrag dan de Prinsenbeekse inwoners. Spreker zegt zich wel te kunnen verenigen
met de verhoging van b% maar pertinent niet met die van f. 1,70. \'aar zijn mening
zou het programmapakket moeten worden uitgebreid met drie zenders zonder dat
daar een tariefsverhoging tegenover staat. Zijns inziens is dat, gezien de re
latie die er bestaat met het Bredase net zender meer een recht.
Wethouder van Seventer vangt zijn beantwoording in eerste termijn aan met uit een
stuk van 24 augustus 1979 het volgende te citeren: "om het distributienet van Prin
senbeek geschikt te maken voor de doorgifte van meer dan zes programma's dient
op een aantal plaatsen versterkingsapparatuur te worden toegevoegd". Dat is gewoon
een nuchtere vaststelling. Maar nu komt er iets geheel anders: "Het Ministerie van
Economische Zaken waarmede Casema regelmatig overleg heeft, is erg tevreden met
het door Casema in deze gevolgde systeem. Het inhalen geschiedt namelijk voor
een gedeelte tegelijk met de uitbreiding van het aantal programma's hetgeen een
verantwoorde psychologische aanpak is van tariefsverhogingen. Overigens is het
voor Casema voldoende als de tarieven kostendekkend zijn". Deze informatie is
ook in uw bezit want de desbetreffende stukken hebben op de agenda gestaan voor
de vergadering van de raad van 29 januari 1981. Overduidelijk blijkt daaruit dat
er inderdaad sprake is van het inlopen op een te laag tarief. Graag echter zal
ik alsnog in overleg treden met Casema en trachten te achterhalen welk gedeelte
van de tariefsverhoging kan worden aangemerkt als te zijn een vergoeding voor de
kosten van te plaatsen apparatuur.
Na daartoe het woord te hebben gekregen in tweede termijn zegt de heer Jansen:
"Het verwondert mij eigenlijk dat dit door de portefeuillehouder nu eerst inge
bracht wordt, want het had ook al in het voorstel tot uitdrukking gebracht kun
nen zijn dat deze bemerkingen al in een eerder stadium bekend waren".
Wethouder van Seventer antwoordt hierop dat hij eerst tot bepaalde conclusies
is gekomen na de behandeling van dit onderwerp in de desbetreffende raadscom
missie
Ook de heer Lodewijks zegt het te betreuren eerst nu van de portefeuillehouder
datgene te hebben vernomen wat hem ook maandagavond tijdens de commissieverga
dering medegedeeld had kunnen worden. Dat zou er toe geleid hebben dat zijn
betoog in eerste termijn onnodig zou zijn geweest.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten
in te stemmen met een tariefsverhoging van 5%, zijnde
f. 0,52 per maand, inclusief B.T.W., en ten aanzien
van het tweede deel van het collegevoorstel - de uit
breiding van het programma-aanbod met daaraan gerela
teerd een tariefsverhoging - een beslissing aan te
houden tot na het moment waarop net door de raad ge
vraagde overleg heeft plaatsgevonden en daarvan ver
slag "is gedaan.'
-9-