het overige steunt hij het voorstel van de heer Jansen om 20°^ ten laste te brengen van de gemeente-begroting. He heer van Schaik zegt dat de wethouder weliswaar gesproken heeft over een onjerhoudspost van 12%?o, maar dat zulks blijkens de stukken niet juist moet worden geacht. De onderhoudspost bedraagt 5>0°ó van het totaal, waarvan dan 'weer ^e voor rekening van de gemeente komt. Sprekende over de onderhoudskos ten zou hij bovendien graag van het college willen vernemen of, in het geval dat onderhoud zou meevallen, een gedeelte van die geraamde kosten wordt te rugbetaald. Spreker zegt namelijk ook begreoen te hebben, dat bij aanvang van de onderhandelingen de onderhoudskosten geraamd werden op 20?ó. Dat be tekent dat dit percentage in een periode van lk jaar verhoogd is van 20 naar 50?o. Het komt hem voor dat in dat laatste percentage een bepaald risico verrekend is zoaat hij zich afvraagt of een gedeelte daarvan later, op basis van nacalculatie, terugbetaald zal worden. Wethouder Houtepen zegt dat de heer Jansen verondersteld heeft dat Rijkswater staat bij de aanleg van deze verkeerslichten wel degelijk ook belang heeft. Dat is juist. Uit het voorstel blijkt ook dat het hier een onderdeel betreft van de verkeersregelinstallaties ten behoeve van rijksweg 16. Ondanks het feit dat Rijkswaterstaat zelf nog niet geheel rond is met hun planning ten aanzien van de verkeersregulatie met name ten behoeve van de op- en afritten van rijksweg 16, is men toch bereid medewerkinq te verlenen aan de totstandkoming van de Prinsenbeekse installatie. Wethouder van Seventer constateert dat de raad besloten heeft - zij het met pijn - het gevraagde krediet te voteren. Voor wat betreft de financieel-tech- nische verwerking van deze kosten, zal het college het door de heer Jansen geformuleerde voorstel overnemen. De heer de Hoon beantwoordend, deelt spreker mede dat er geen sprake is van een onderdeel van een provinciaal tracé, maar dat het hier een rijkszaak betreft. Op een eventuele terugbetaling zoals door de heer van Schaik gevraagd, behoeft niet gerekend te worden. Met de betaling vooruit wordt als het ware een wissel op de toekomst getrokken. De onderhoudskosten zouden inderdaad kunnen meeval len, ook het tegenovergestelde kan het geval zijn. De heer Hennekam zegt dat hij zojuist bezwaar heeft gemaakt tegen het voor stel. De aarzelinoen die hij had heeft hij nog; die zijn geenszins weggeno men door het voorstel van burgemeester en wethouders, laat staan door de dis cussie die daarop is gevolgd. Desondanks zal hij toch vóór.het voorstel stem men en hij doet dat vanuit die aarzelende overweging omdat hij denkt dat een eensgezinde raad op dit punt wellicht positiever kan werken in de richting van de verkeersmoraal van Prinsenbeek dan wanneer-hierover verdeeld zou worden ae- stemd Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens be sloten het gevraagde krediet te voteren en bij de financiële verwerking daarvan de door de 'neer Jansen voorgestelde verhouding van 80 20 te hanteren. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor het aanschaffen van een biljart voor het gemeenschapshuis Eikebos. De heer Lodewijks begint met de constatering dat het hier het eerste voor stel betreft in de reeks van voorstellen waarbij hij zich - en met hem zijn fraktie - aan de redactie daarvan gestoord heeft.. Hij heeft getracht te be grijpen waar dit voorstel over handelt en meent tot de conclusie te kunnen komen dat gevraaqd wordt een krediet beschikbaar te stellen voor de aanschaf van een biljart te plaatsen in het Gemeenschapshuis Eikebos. Meer niet. Storend vindt hij het, dat het college gemeend heeft zijn voorstel te moeten onderbouwen met allerlei niet terzake doende informatie over de groep - de W.-groep - die om dit biljart qevraaqd heeft. In dit verband is het absoluut niet belangrijk te weten dat er koffie wordt geschonken voor die mensen, dat zij huur moeten betalen voor het gebruik van Eikebos en dat er spelmateriaal voor hen zal worden aangekocht. Die zaken staan volledig buiten dit voorstel -14-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 283