is om - maar cat is dit voorstel niet, echter ik vind eigenlijk dat het er
moet komen - teneinde herhaling te voorkomen van zaken.welke afgelopen maandag
besproken werden, er waarschijnlijk ook een regeling moet komen ten aanzien van
de continue beoordeling van het overheidspersoneel in deze gemeente en dat daar
ook procedures voor moeten worden bedacht die daarin kunnen voorzien, zodat later,
mochten mensen zich ten onrechte beoordeeld voelen, zij beroepmogelijkheid hebben
die dan gecreëerd is. Samenvattend, wij zouden willen vaststellen de bezoldi
gingsverordening 1981 conform het voorstel: wij hechten overigens zeer aan het
gevraagde - ook door de heer-Jansen en hetgeen afgelopen maandag gevraagd is
- namelijk geef ons die normen, iaat ons eens zien wat zo de algemene regels
daarin zijn. Wij hoeven geen namen van mensen te weten, we hoeven ook niet te
weten wat iemand verdient, maar we willen wel weten hoe er en hoe zorgvuldig
men ten gemeentehuize is omgesprongen met deze zaken en kom te zijner tijd -
- dit is een verzoek aan het college - met ideëen of voorstellen over het
punt of er een begeleidingscommissie zal zijn. hoe die zal zijn samengesteld,
paritair of niet-paritairmét vakbondsinvloed of zonder vakbondsinvloed, dat
wil ik allemaal open laten, dat hangt een beetje af van wat usance is in andere
gemeenten in een omvang als die van Prinsenbeek en ook een beetje van wat de
wettelijke kaders daarvoor zijn. Tenslotte, kom ook met voorstellen ten aanzien
van beoordelingsprocedures"
De heer Jansen: "Ik had op dezelfde noemer gezeten als de heer Lodewijks wan
neer we die stukken die maandag zijn tceqezeqd ook werkelijk in ons bezit had
den gehad. Nu dat niet gebeurd is zitten we blind een verordening goed te keu
ren; we hebben dat niet voor niets maandagavond gevraagd, dan had deze pro
cedure conform de gedachte van de heer Lodewijks afgewikkeld kunnen worden.
Nu zegt mijn fraktie: nou weten we dat er eroens al moeilijkheden ontstaan
zijn over .iets waarvan de inhoud ons nog niet hekend is maar die we wel moeten
goedkeuren vooraf. Dat is in het verkeerde keelgat geschoten en daarom nemen
wij vanavond nog geen besluit, anders hadden wij u inderdaad gevulgd".
De voorzitter, zich richtend tot de heer Lodewijks: "U stelt, wel de verorde
ning vaststellen. Het betreft hier een voorstel van orde, want een voorstel
dat ter tafel komt moet ondersteund worden om onderwerp van discussie te kun
nen zijn door twee leden uit uw raad".
De heer Lodewijks: "Mijn voorstel zou zijn: stel die verordening vast zoals
u het voorstelt, even los van de irritatie die er ook bij mijn fraktie is
over het feit dat we daar na maandagavond niets-meer over gezien hebben, maar
in het vertrouwen dat het hier om een algemene verordening gaat die ook voor
rijksambtenaren in alle andere situaties geldt. Dus wat dat betreft denk ik
dat wij daar als ondeskundiqen wat dat betreft ook weinig zinvols over zeggen
zouden hebben. Dat is ook niet het probleem waar we vanavond over praten,
dus om die reden zeg ik: daar kunnen we rustig "ja" tegen zeqqen lijkt me
zo, het probleem dat met dit voorstel speelt is de problemen die mogelijk
zijn opgetreden rond de herindeling van het personeel naar die normen. En
daarover wil ik best meer ingelicht worden; over de zorgvuldigheid die daarin
is betracht, .de mogelijkheden die mensen die zich slecht behandeld voelen in
dat verband, welke beroepsmogelijkheden er voor die mensen zijn. Maar ik vind
dat we dat in latere instantie in het kader van andere voorstellen kunnen be
sluiten"
De voorzitter "Maar dan blijft toch even mijn vraag, namelijk uw voorstel is
ander dat van de heer Jansen, wordt dat voorstel ondersteund voor wat be
treft de discussie? Er ligt een voorstel van burgemeester en wethouders; mijn
heer Jansen legt een ander voorstel op tafel dat in ieder geval inhoudt; aan
houden van vaststelling van dit stuk, zelfs aanhouden van behandeling van dit
stuk. Dat is een verdergaand voorstel dan het voorstel van burgemeester en
wethouders. Nu komt de heer Lodewijks met een ander voorstel, maar om het
tot onderwerp van discussie te doen zijn mn°t het ondersteund worden door twee
andere leden uit uw raad. Mijn vraag is: zijn er twee collega's die dit willen
ondersteunen?" De leden Hennekam en Nagelkerke blijken vervolgens het voorstel
van de heer Lodewijks te ondersteunen.