-20-
De heer de Hoon: "Mijnheer de voorzitter, we hebben nu dus een regeling die
vanaf 1 januari 1981 zou moeten ingaan. Het personeel heeft elf maanden ge
wacht voordat het nu zover is. ik denk dat een maand meer ook nog moet kun
nen. Met deze woorden wil ik de argumentatie van de heer Jansen volledig on
dersteunen"
De heer van der Westen: "Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat dit voorstel
van de heer Jansen gekomen is. Ik wil het nog iets verder aanvullen, namelijk ik
hoop dat het personeel van stonde af aan bij de functiebeschrijving betrokken
wordt en bij het systeem dat daaruit volgt, dat zij daar ook bij betrokken
worden. Dat is geen apartheid voor Prinsenbeek, dat is een algemeen gegeven
waaraan het heeft ontbroken en dat schept moeilijkheden. Ik geloof dat als
het op die wijze gebeurt, dat men dan zeer weinig moeilijkheden zal onder
vinden bij de verdere uitvoering daarvan, maar het gaat om mensen, door
mensen en over mensen".
De voorzitter: "Nog andere mensen uit de raad? Zo neen, dan geef ik het woord
aan de wethouder".
Wethouder van Seventer: "Mijnheer de voorzitter, ik geef u in overweging de
vergadering voor enkele minuten te willen schorsen. Ik zou even nader beraad
binnen het college willen hebben".
De voorzitter schorst vervolgens de vergadering.
Na heropening van de vergadering geeft de voorzitter het woord aan de wet
houder personeelszaken die namens het college zal spreken.
Dienst antwoord luidt: "Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mijne heren van
de raad, gezien de opmerkingen van de heer Jansen, daarbij natuurlijk niets af
doende ook van de opmerkingen van de andere heren, om inderdaad een Poolse
landdag te voorkomen, goed kennis genomen hebbende van wat vooral de heer
Jansen heeft aangedragen, neemt het college dit voorstel terug. Wij komen
in de volgende vergadering, of, als inderdaad - we komen nu een beetje in
de verdrukking in verband met de algemene beschouwingen - de maand december,
permitteren wij ons wel om u eventueel tussentijds op te roepen".
De voorzitter concludeert vervolgens dat agendapunt 14 wordt aangehouden
daarmede tevens agendapunt 15 hetwelk daarmede is verbonden.
15) Aanpassing salarissen gemeente-personeel van de algemene dienst van de qe-
meenbeqrotinq 1981.
Naar aanleiding van de besluitvorming over agenda
punt 14 wordt ook dit voorstel aangehouden tot een
volgende vergadering.
16) Nota inzake de ontwerp-beqrotinqen van het Stadsgewest Breda betreffende het
dienstjaar 1981.
De heer Roeien vraagt het college om in die gevallen, waarin de raadscommissie
bestuurlijke zaken het college van advies heeft gediend, de verslagen daarvan
gelijktijdig met de agenda toe te zenden opdat de leden van de raad bij de be
studering van de desbetreffende stukken reeds kennis kunnen nemen van de teneur
vanuit die commissie ten aanzien van het voorstel.
De voorzitter zegt toe voor een en ander zorg te zullen dragen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel besloten.
17) Voorstel tot vaststelling van de 10e en lie wijziging van de Regeling Stadsge
west Breda.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.