-12-
trekkelijker gemaakt moet worden voor het doorgaande vrachtverkeer naar
Zevenbergen dan hij nu al is.
6. Onderwijs.
Doorgaans, mijnheer de voorzitter, wordt er over onderwijszaken tijdens de
begrotingsbehandeling weinig gezegd. Naar het oordeel van mijn fraktie zijn
er echter op dit moment belangrijke redenen om met die gewoonte eens te
breken
Allereerst is er sprake van een zorgzame financiële ontwikkeling in de on
derwijsbegroting, vervolgens wordt het onderwijs ook in Prinsenbeek gecon
fronteerd met talloze inhoudelijk-onderwijskundige ontwikkelingen die voor
een deel via nieuwe wettelijke kaders hun beslag moeten krijgen en tenslot
te brengt de sterke neergang van de leerlingentallen nu al, en in de toe
komst noq meer, grote zorgen met zich over de ontwikkeling van de werkge
legenheid en het beheer van schoolgebouwen in deze sector.
Als we, mijnheer de voorzitter, de qehele begroting voor 1982 overzien dan
moet worden geconstateerd, dat de financiële ontwikkeling in vergelijking
tot voorgaande jaren weinig spectaculaire verschuivingen te zien geeft. De
stijging aan de inkomstenkant stagneert, maar ook aan de uitgavenkant is
er op tal van posten sprake van bevriezing.
De begroting voor onderwijs springt er wat dit betreft echter noqal uit.
Opvallend is hier dat het nadelig saldo in één jaar tijd met maar liefst
ruim f. 127.000,-- is gestegen.
De belangrijkste veroorzakers daarvan treffen we aan in zaken, mijnheer de
voorzitter, waar de gemeente alleen maar mee kan worden geconfronteerd en
waar niets of slechts heel indirect iets aan te veranderen valt.
Die ongunstige ontwikkeling zal zich, en zelfs in versneld tempo, voortzet
ten en we zien daarvan nu al buiten Prinsenbeek talloze ernstige consequen
ties die in ieder geval de kwaliteit van het onderwijs ernstige schade
toebrengen
Met dit als context, wil mijn fraktie u gaarne een aantal voorstellen ter
overweging en een aantal bemerkingen meeoeven.
Allereerst dient zich ook binnen Prinsenbeek de integratie van het kleuter
en lager onderwijs aan. De scholen in Prinsenbeek zijn hierbij al betrok
ken, onder andere in die zin dat er druk gedaan wordt aan her- en bijscholing
van kleuterleidsters en leerkrachten. Over deze kwestie merkt u in uw bege
leidende brieven bij deze begroting op, dat u de ontwikkelingen in dezen zult
volqen. Maar dat lijkt ons een beetje weinig van het goede. Het gemeente
bestuur kan de zaken, naar ons oordeel, niet maar rustig gaan zitten af
wachten, want de consequenties van een en ander zullen binnen afzienbare
tijd aan de gemeente worden aangeboden. Bovendien, en dat wil ik toch wel
eens met nadruk zeggen, is het gemeentebestuur partij in deze zaak doordat
hij tevens het bestuur van de openbare scholen vormt. Dat u zich ten aan
zien van de bijzondere scholen in deze kwestie afwachtend moet opstellen
en dat u ten hoogste met het bestuur van deze scholen kunt overleggen ligt
in ons onderwijsstelsel bij wet verankerd.
Daarover spreek ik u dan ook niet aan. Viel verwachten wij van u ten aanzien
van de openbare scholen een wat actievere bemoeienis met de integratie-
experimenten die op stapel staan en verwachten wij een visie op wat langere
termijn van u over hoe u zich materieel het geïntegreerde basisonder
wijs voorstelt.
In zc'n visie dient in ieder geval te zijn opgenomen hoe u zich de ontwikke
lingen voorstelt met betrekking tot het benutten van de schoolgebouwen, welke
school met welke ander school geïntegreerd zal worden en in welk gebouw dat
zal plaatsvinden; verder welke ruimten in de toekomst onbenut zullen blijven
en wat u met die ruimten van plan bent enz.