-13-
Mijn fraktie, mijnheer de voorzitter, is in dit verband niet meer van plan
zich met een kluitje het riet te laten insturen. De leerlingenaantallen
zijn bekend, de prognoses zijn gemaakt en het enige waar wij nu nog op
wachten is op een gemeentelijk beleid. Daar heeft net deze 3% jaar aan ont
broken en er zijn nog weinig tekenen die wijzen op een verandering. De hele
ontwikkeling van de structuurschets gaat ons te lang duren en daarom willen
wij voor wat dit betreft niet meer wachten.
De zorg voor het onderwijs, mijnheer de voorzitter, stelt hoge eisen aan
de gemeenschap. Zoals ik in aanhef al heb gezegd worden die eisen alleen
maar hoger. Om die reden alleen al is het eigenlijk onduldbaar dat openbaar
en bijzonder onderwijs langs elkaar blijven heen werken. Mijn fraktie is
dan ook van mening dat - waar dat maar mogelijk is - gezocht moet worden
naar samenwerking tussen beiden soorten onderwijs. Om te beginnen valt te
denken aan geregeld overleg tussen de schoolbesturen en op wat langere ter
mijn zal de samenwerking ook zo moeten zijn dat de verschillende school
soorten een gezamenlijk gebruik gaan maken van schoolgebouwen of gedeelten
daarvan
Dat zijn natuurlijk mooie woorden, maar ze moeten natuurlijk wel nog in
daden worden omgezet. Om dit allemaal wat gemakkelijker te laten verlopen
en om ervoor te zorgen dat dit ook van de grond gaat komen stellen wij u het
navolgende voor:
Wij zouden graaq zien dat op het niveau van de schoolbesturen er binnen af
zienbare tijd sprake zou kunnen zijn van gelijkwaardigheid. Dat betekent,
wat ons betreft, in ieder geval een wijziging in de bestuursstructuur van
de openbare scholen. In concreto willen wij u voorstellen om voor de open
bare scholen een zogenaamde bestuurscommissie samen te stellen aan wie burge
meester en wethouders een gedeelte van zijn bestuurlijke bevoegdheden over
draagt. In zo'n commissie kunnen dan zittinq hebben vertegenwoordigers van
de ouders, een vertegenwoordiging van de leerkrachten, eventueel een aantal
onderwijsdeskundigen en tenslotte ook de portefeuillehouder van onderwijs.
Ter zake van onderwijs heeft mijn fraktie zich nogal gestoten aan een aan
tal opmerkinqen die u heeft menen te moeten maken met betrekking tot de
regionale onderwijsbegeleidingsdienst. Doordat de Schoolartsendienst
Etten-Leur werd opgeheven heeft onze gemeente zich voor wat betreft de
onderwijsbegeleiding aangesloten bij een te vormen regionale dienst.
Nu deze dienst niet van de grond kan komen, althans niet op dit moment en
alleen om zuiver juridische problemen, meent u er goed aan te doen de
zorg hieromtrent door te schuiven en helemaal over te laten aan de Stads
gewestelijke Gezondheidsdienst die naar de mening van uw college maar "orde
op zaken moet stellen". Ook hier wreekt zich mijns inziens weer het ont
breken van een visie op deze zaak. U laat het maar liever over aan de zorq
van anderen en u bent eigenlijk allang blij dat het zo gelopen is. Nee,
mijnheer de voorzitter, de zorg voor het onderwijs en de bewaking van de
kwaliteit daarvan berusten niet bij een Stadsgewestelijke Gezondheidsdienst
maar bij u!
li bent overigens ook weer niet erg consequent in uw opvattingen. Dat blijkt
namelijk elders in uw beschouwingen. Daar zegt u namelijk het navolgende:
"Nieuwe initiatieven voor het opzetten van een regionale onderwijsbegelei
dingsdienst moeten nu eerst van de kant van het onderwijs komen", en u ver
volgt "Vast staat wel, dat een eventueel op te zetten regionale dienst de
gemeentebegroting zwaar zal belasten". Nu vraag ik u: wat vindt u nu eigen
lijk? Moet de Stadsgewestelijke Gezondheidsdienst orde op zaken stellen, of
moet het onderwijs bij u gaan vragen om een dienstverlening in deze zin, of
vindt u het eiqenlijk allemaal maar onzin omdat het geld gaat kosten?
Wij hadden op deze vragen graag van u een duidelijk antwoord en vernemen
ook graag wat uzelf denkt te gaan doen.