-15-
over overleg dat wordt gevoerd, over enquêtes die zijn gehouden en voorbe
reidingen die worden getroffen voor een meer gefundeerd en samenhangend wel
zijnsbeleid. Hoe zo'n beleid er zal gaan uitzien is echter nog volledig on
gewis. Ja, er worden nu wel wat algemene doelstellingen voor een gemeentelijk
welzijnsbeleid neergepend, maar die had ik op een achternamiddag ook wel zelf
kunnen verzinnen, zo ongeïnspireerd en zo gespeend van iedere visie zijn
die
Sinds wanneer, mijnheer de voorzitter, kunnen doelstellingen als "het geven
van voorlichting over welzijswerk" bijvoorbeeld geacht worden een richting-
bepaler te zijn voor gemeentelijke inhoudelijke planning?
Kortom, mijnheer de voorzitter, mijn fraktie kan weinig bewondering opbrengen
voor hetgeen er in 3,5 jaar op dit terrein tot stand is gebracht. Ik word
er een beetje moedeloos van; zo moedeloos, mijnheer de voorzitter, dat ik
op dit moment, bij het scheiden van de markt, niet meer goed weet op welke
wijze ik moet verzoeken om enige spoed en vsie op dit terrein.
Tot slot.
Mijnheer de voorzitter, het ontbreekt mij aan tijd om nog in te gaan op de
subsidievoorstellen en het investeringsschema. Ik zal daar in tweede termijn
alsnog wat ven zeggen, zij het dat mijn fraktie zich in het algemeen en met
uitzondering van de al eerder gemaakte bemerkingen, redelijk kan vinden in
uw voorstellen.
Laat ik besluiten met u en eenieder hier aanwezig te danken voor de aandacht
die u aan mijn woorden heeft willen geven. Voor 1982 wens ik Prinsenbeek toe
dat het een goed jaar moge woraen en dat de inspanningen van dit college,
deze raad en alle medewerkers van deze gemeente zo vruchtbaar mogen blijken
dat ook een nieuw college en een nieuwe raad daar na de verkiezingen hun
voordeel mee kunnen doen.
De voorzitter dankt de heer Lodewijks en geeft vervolgens het woord aan de
heer van der Bom, die zijn betoog aldus aanvangt:
Mijnheer de voorzitter, wij begonnen vorig jaar onze algemene beschouwingen
met twee belangrijke punten, namelijk:
1. de verstandhouding en samenwerking in de raad;
2. de algeheel verslechterende financieel-economische situatie in de hoop,
dat zich deze in het afgelopen jaar zouden verbeteren.
Zéér tot ons leedwezen moeten wij echter constateren, dat wij wederom kun
nen herhalen, wat wij toen al betoogden, dat de kwalijke symptonen zich
verder hebben voortgezet.
In dit verband blijven wij het een foute beslissing vinden, dat het plan
"Schaapskooi" door het C.D.A. is afgekeurd. Tengevolge van dit besluit
zijn er drie hoogst belangrijke zaken op de tocht komen te staan
namelijk
1. de sociale woningbouw voor de opvang van jonge Prinsenbekenaren;
2. de daarmee gepaard gaande werkgelegenheid voor de Prinsenbeekse aan
nemers;
3. de lokatie van het woonwagenkamp.
Mijnheer de voorzitter, Gemeenschapsbelang vindt dit een onverdragelijke
zaak, die ons inziens zo mogelijk noo vóór de gemeenteraadsverkiezingen
moet worden teruggedraaid.
De kombinatie uitbreidingsplan "Schaapskooi" met het daaraan vastgekoppelde
plan woonwagenterrein moet volgens ons op korte termijn wederom aan de raad
worden aangeboden en in stemming gebracht. De jeugd van Prinsenbeek, vraagt
dringend om woningbouw, de werkgelegenheid dient koste wat kost bevorderd te