-17-
Zo ziet u, het wegvegen door het C.D.A., van uitbreidingsplan "Schaapskooi"
heeft verstrekkende gevolgen.
In de onderzoeksnota van het planologisch adviesbureau Veen wordt ten aan
zien van de woningbehoefte-ontwikkeling gesteld, dat het beleid van het ge
meentebestuur stoelt op de gedachte, dat de woningbehoefte van de eigen be
volking en van de natuurlijke aanwas van de eigen bevolking gehonoreerd
moet worden. Dit staat in schrille teqenstelling tot wat men heeft laten
geschieden met het plan "Schaapskooi". Immers, door dit plan te laten
schieten is men minstens 4 jaar achteropgeraakt met de honorering van de
woninabehoefte voor de eigen bevolking, waardoor veel jonge Prinsenbeke
naren in de kou zijn komen te staan. De lijst van woningzoekenden wordt
steeds groter, waarbij niet uit het oog mag worden verloren, dat velen
het met inschrijving hier niet meer zien zitten en uitwijken naar andere
gemeenten. Een en ander werkt de vergrijzing in de hand. Dit mag toch niet
gebeuren, wil Prinsenbeek een leefbare gemeente blijven? Hebben wij daarom
een scouting, een gemeenschapshuis en een enorme sportakkommodatie laten
bouwen?
STADSGEWEST BREDA.
Volksgezondheid
Bij de vorige begrotinqsbehandeling heeft de betreffende wethouder voor wat
betreft het beeldschermonderzoek meegedeeld, advies over deze materie af
te wachten, wat de Nationale Gezondheidsraad over dit onderwerp binnen
kort ging uitbrengen aan de Staatsecretaris van Volksgezondheid.
Is hierover reeds meer bekend en is een beeldschermonderzoek in 1982 te
verwachten?
Regionaal afvalverwijderinasplan
Reeds meerdere malen hebben wij tijdens de Algemene Beschouwingen gepleit
voor alternatieve vuilverwijdering in de vorm van verbranding of recycling.
Kan burgemeester en wethouders ons inlichten of daarover in het Stadsgewest
reeds is gesproken en zo ja, wat daarvan de resultaten zijn?
Volgens de berichten, ons ter ore gekomen, mag op onze eigen belt niet meer
gestort worden. Wat is het alternatief nu?
Stankoverlast
Naar aanleiding van de vragen van uw college bij het Hoogheemraadschap,
is destijds aangegeven, dat de zuiveringsinstallatie zal worden aangepast.
In het desbetreffende onderzoek zou tevens een stankonderzoek worden be
trokken, om de stank tot aanvaardbare prooorties terug te brengen. Wat
is daarvan de stand van zaken? Naar onze mening is dit onderzoek reeds
afgerond, gelet op de informatie, die wij hebben geput uit een polytech
nisch tijdstrift van het N.I.R.I.A. nr. 6 van juni 1981. Daarin wordt een
modelmatige en verantwoorde aanpak van stankproblemen met betrekking tot
rioolzuiveringsinstallaties beschreven. In dat artikel wordt namelijk een
geurverspreidingsmodel aangegeven, dat betrekking heeft op de geurversprei-
ding van de R.Z.I. Nieuwveer in de Haagse Beemden. Op grond van deze model
len, zo wordt daarin gesteld, kan afhankelijk van de maatregelen, die wor
den genomen, het effect van vermindering van de totale emissie worden vast
gesteld
Het komt ons dienstio voor aan het Stadsgewest de volgende vragen te stellen:
1. Wat de norm is, die men voor stankhinder van deze installatie heeft aange
nomen, die voor de omgeving aanvaardbaar wordt geacht?
2. In hoeverre belanghebbenden bij die vaststelling betrokken worden of zijn
geweest?
3. Welke maatregelen dienaangaande getroffen zullen worden en op welke termijn?