-32- laagd. Ook zijn de vergoedingen voor de stichtingskosten en exploitatiekos ten voor gymnastieklokalen - waarvan we er toch ook enkele hebben staan - ook al met 6% gekort. Voorwaar, ontwikkelingen die ons te denken geven ten aanzien van het beste dingsplafond en het bestedingsvolume in de komende j^ren. Ik geloof' dan ook dat wij met een verdere vermindering van de uitkeringen uit het gemeente fonds op structurele basis zuilen moeten rekenen. Dat zal ons dus een be perking geven in de middelen voor ons beleid in de toekomst. Een nieuwigheid die zich ook voordoet in Den Haag en die u overal aantreft, is het begrip decentralisatie. Tien jaar geleden kon je in Den Haag geen stuk uit de vingers krijgen; alles moest geleid vanuit de overheid zijn be- sJag krijgen. Maar op het ogenblik begint men te spreken over decentralisa tie. Dat doet het politiek goed, het is een leuk geluid, maar het betekent wel dat het een gedwongen vergroting is van een aantal medebewindszaken voor lagere overheden zonder dat er enige adeguate kostendekking tegenover staat. Men is namelijk met het begrip decentralisatie bezig om kosten te verschui ven van de overheid naar de lagere overheden. Let op uw zaak, dit gaat in en versneld tempo en u zult ervan schrikken wat in de komende jaren op dit terrein op de gemeenten, de provincies etc. zal afkomen. Het enige dat wij hebben is een gunstige financieringsruimte. Maar dat is ook alleen maar een kapitaalsbasis en wanneer je daar eenmaal aan gekomen bent is het ook op. Ik zou u willen zeggen dat u nog in overweging dient te nemen de stij ging van de personeelslasten die ondanks alle zaken toch een autonome - zij het wat afgeknotte - verhoging teweeg zal brengen terwijl de energiekosten de laatste jaren uit de pan rijzen en naar mijn mening ook de eerstkomende jaren noq geen reden zullen geven tot verlaging. Temeer, waar de overheid zelf steeds meer belang krijgt om hogere energieprijzen totstand te brengen omdat dat de enige manier is om haar eigen financiën rond te krijgen. Mijnheer de voorzitter, ik geloof dat deze ontwikkelingen eigenlijk tenderen in de richting van wat ik zou willen noemen een tentatief beleid. Wat ver staat mijn fraktie hieronder? Ik versta hieronder dat we niet domweg zullen moeten accepteren stijgende begrotingen waar de gemeente de tekorten dekt. Dat geldt zowel voor onderwijs als voor andere stichtingen of verenigingen of bestuurscommissies die als verlengd gemeentelijk bestuur opereren. Ik zou dan ook willen voorstellen - en ik hoop dat uw college bereid is dat over te nemen - om al deze stichtingen voor 1 maart 1982 hun begrotingen voor 1983 aan u te laten overleggen. Dit geeft u dan de mogelijkheid tot discussie op onderdelen tussen burgemeester en wethouders en de desbetref fende verenigingen in de maand april. De definitieve begrotingsconclusies die u er dan aan ontleent, zou u dan dienen over te leggen als een eerste aanzet om te komen tot de begroting 1983 aan de raad in de vergadering van mei 1982. De raad zal dan zeker niet alleen autonome verhogingen accepteren, doch zijnerzijds het recht opeisen om taakstellend diverse posten te indiceren als een maximum in de subsidiepolitiek. Ik dacht dat dit een van de manie ren was om in overleg met betrokkenen, en niet met de botte bijl, maar wel wetende dat onze ruimte steeds kleiner wordt - zo die er al is - om in de bestaande situatie zonder de ziel van de ontwikkelingen aan te tasten, te komen tot een tentatief beleid dat erop gericht is de zaak niet te doen ontsporen Wanneer ik zie dat u in uw bespiegelingen ten aanzien van uw investeringen, vooral in 1983 - ofschoon we daar eigenlijk niet over mogen praten omdat dat des raads 1982 is - praktisch overal zegt dat uit diverse reserves ge put kan worden om de begroting niet te belasten, waarschuw ik u daarvoor. U zult in mijn fraktie in deze samenstelling - en waarschijnlijk ook in de komende samenstelling - geen supporter vinden om in deze richting te ver door te draven. We zullen op dit punt uiterst alert moeten zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 324