-36-
Op de eerste plaats de openstelling van het gemeentehuis tijdens de
avonduren. U heeft gesteld dat is gebleken dat daaraan geen behoefte
bestaat en dat u daarnaast uw personeel niet zwaarder wilt belasten.
Graag zou ik van u willen vernemen waaruit is gebleken dat er inder
daad geen behoefte aan bestaat.
Op de tweede plaats de huisvesting voor mensen die tijdelijk elders
een onderkomen moeten zoeken in het geval zij in Prinsenbeek geen
woning kunnen krijgen. Uw wethouder stelt dat deze mensen zeer zeker
niet gelijkelijk zullen worden beoordeeld. Wij vinden dat mensen die
gedwongen naar buiten Prinsenbeek dienen te gaan bij terugkomst dezelfde
plaats moeten kunnen innemen die zij voorheen hadden.
Voor wat betreft het welzijnsplan vragen wij ons af of het niet nuttig
zou zijn de bevolking daarover te enqueteren. Wij hebben begrepen dat
u het verenigingsleven daarin hebt betrokken, maar wij dachten dat
ook de bevolking daarbij zeker betrokken zou moeten worden.
Dan de drie woningstichtingen,mijnheer de voorzitter. U heeft gezegd
dat er een gesprek heeft plaatsgevonden. Graag vernemen wij van u hoe
de meningen van de stichtingen afzonderlijk zijn. Hoe denken zij over
een eventueel samengaan?
Ten aanzien van het onderwijs nog een kleine bemerking. Daar waar wij
voorstelden een onderzoek te verrichten naar de mogelijkheid en/of
wenselijkheid in Prinsenbeek een dependance te stichten van het voort
gezet onderwijs, willen wij er nog op wijzen dat u uw onderzoek niet
alleen moet richten op oude gegevens doch, gelet ook op de Mammoetwet die
veel veranderingen met zich heeft gebracht, de toekomst daarin zeer
goed dient te betrekken. Wij dachten dat een dependance met een niet
volledig pakket geen al te grote kosten met zich mee zal brengen.
Voor wat betreft de beschouwingen gehouden door de andere frakties,
nog enkele kleine bemerkingen. Wij kunnen het met de spreker van het
C.D.A. eens zijn, waar hij heeft gesproken over het slecht funktioneren
van de commissies.
Getuige onder andere de uitspraken van het C.D.A.-lid over spreektijden
bij de algemene beschouwingen. Bij het nemen van het raadsbesluit bleek
namelijk dat de voltallige C.D.A.-fraktie het eens was met uw voorstel
terwijl in eerste instantie tijdens de vergadering van de commissie
bestuurlijke zaken een andere houding werd aangenomen. Een oplossing
zou kunnen zijn om de raadsstukken eerder ter hand te stellen waar
door fraktie-overleg mogelijk zou worden vóórdat commissievergaderingen
plaatsvinden. Mogen wij burgemeester en wethouders-voorstellen
deze suggestie in de commissie bestuurlijke zaken te bespreken. Een
commissie overigens die zeker naar onze mening moet blijven voortbe
staan, doch wel met vertegenwoordigers daarin van alle raadsfrakties
Wij stellen u dan ook voor met een voorstel te komen om alle frakties
in deze commissie vertegenwoordigd te doen zijn".
Bij interruptie wijst de heer Roeien er op dat, waar spreker gezegd
heeft dat een woordvoerder van een bepaalde fraktie in een later stadium
een ander standpunt inneemt, dit erg vaak voorkomt in deze gemeenteraad
en ook in spreker's fraktie.
"Plaatselijke publicaties, mijnheer de voorzitter, behoren tot een
democratisch recht van iedere partij om hun standpunten aan de bevolking
kenbaar te maken. Temeer daar de publieke belangstelling voor de verga
deringen van de gemeenteraad tanende is. Als de C.D.A.-woordvoerder
over een dwangneurose uit de achterban spreekt, kunnen wij hem gerust
stellen met de mededeling dat iedere beslissing die door Gemeenschaps
belang wordt genomen in een fraktievergadering democratisch is bespro
ken. Door het C.D.A. werd onder andere^gesproken over een dictatuur
van de minderheid die de oorzaak zou zijn van een sfeerbedervende stem
ming. In onze algemene beschouwingen hebben wij toch moeten constateren