-40- betreft, dit in de desbetreffende commissie, en voor zover het voor het gemeentehuis betreft, dit in de commissie personeelszaken als punt aan de orde te stellen opdat in een vrij overleg en met volledige informatie vanuit burgemeester en wethouders bekeken !kan worden of het wenselijk is om de personeelsstop inderdaad uit te breiden dan wel eventueel geheel op te heffen wanneer werkelijk tot in de finesses bekend is waar we over praten. En ik zou u willen voorstellen om beide commissies voor de beide onderdelen met deze opdracht te belas ten,- en eerst dan terzake een' besluit te nemen. De leslokalen en de leegstand. Ik was vijf minuten te laat, mijnheer de voorzitter, doordat ik aan een andere vergadering moest deelnemen die om 6 uur was begonnen en waarvan één van de punten betrekking had op de bezetting van het leerlingenaantal van het H.B.O. in Breda. Ik kan u mededelèn dat daar op provinciaal niveau nu al wordt gerekend dat voor het H.B.O.-niveau in 1985 het bestand aan leerlingen met 35?ó gedaald zal zijn. Waar komt die daling vandaan? Die komt vandaan uit het basisonderwijs. Dat betekent dat tussen 1980 en 1985 ook het basis onderwijs met minimaal 35?ó moet dalen omdat anders dat H.B.O. die klap niet kan krijgen. Wanneer u zegt dat ondanks dat er geen leegstand is blijkens informatie van een inspecteur, dan zou ik die inspecteur wel eens een brief willen laten schrijven waarin hij mij dat ook nog eens zwart op wit geeft, waarna ik nog eens met die inspecteur in de clinch zou willen gaan. Ik neem echter aan dat die inspecteur dat niet kan en ook niet zal doen. Het is voor mij een raadsel, mijnheer de voorzitter, dat het niet mogèlijk is, tenzij door buitenstaanders, om een onder- wijsprognose samen te stellen waar wij immers de bevolking kennen, waar wij de geboortecijfers kennen, en dat het desondanks niet mogelijk is deze gegevens door te trekken naar een periode van 5 a 6 jaar teneinde te weten wat u aan bevolking voor schoollokalen in het basisonderwijs kunt verwachten. Het welzijnsbeleid. Daar is inderdaad erg veel over gesproken. Ik weet niet meer wat ik daar nog aan toe zou moeten voegen; ik geloof dat we nu maar moeten afwachten doch ik heb wel mijn twijfels of we wel op de goede weg zijn. Ten aanzien van de openbare bibliotheek moet ik(u eerst mededelen dat ik tot mijn genoegen geconstateerd heb dat wij per 1 januari 1981 géén 10.000 inwoners hebben, zodat het verhaal dat u daarover gehouden heeft ip'ieder geval voorlopig nog van de baan is. Afgezien daarvan be twijfel ik het ten zeerste of iets afdwingbaar is wanneer de financiën er niet voor te krijgen zijn en de overheid zich financieel terzake niet heeft uitgesproken. Ik kan u wel zeggen dat de investering'die wij daar voor nodig hebben, indien die beperkt zou blijven tot een kapitaals investering, dat daar dan nog over te praten viel. Maar u moet er wel rekening mee houden dat de exploitatie daar achteraan komt. En de ex ploitatie kan de overheid misschien dan wel gedeeltelijk opvangen, doch dat gedeelte zal binnen C.R.M. van jaar tot jaar kleiner worden, en rekent u maar dat u straks voor de totale lasten alleen zit doordat ze eenvoudigweg centraal niet op te brengen zijn. Uit die overweging zijn wij met die openbare bibliotheek uitermate voorzichtig en uitermate angstig dat de kosten daarvan volmaakt uit de hand zullen lopen. In ieder geval wil ik a priori al overnemen dat wij vroeger al over de Vijver- straat hebben gesproken, dat wij nadien omdat de Vijverstraat nog niet beschikbaar was de oplossing hebben genomen van "Eikebos en wan neer dan nu weer terug gegaan moet worden naar de Vijverstraat wil ik eerst nog wel evalueren of de tijdelijke oplossing in Eikebos dan zo1n ellendige oplossing is dat die in de Vijverstraat beter zal uitpakken dan nu in "Eikebos". Ik betwijfel dat ten zeerste en zou dan ook overeind willen houden dat reeds gedane investeringen in ieder geval hun waarde dienen te behouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 41