hetgeen de wethouder heeft gezegd omtrent zijn bedoelingen. Bij een plaatselijke oriëntatie volgende week, waarbij ook ik ben uitgenodigd, zou het naar mijn mening wenselijk zijn dat daarbij ook een vertegenwoor diger aanwezig is van de plaatselijke politie alwaar men inmiddels een plan heeft opgesteld met betrekking tot shotvelden en speelruimten. Een derde punt is de subsidiëring en tarifering van sportverenigingen en cultuurgroeperingen, ~en de hun ten dienste staande outillages. Ik vind dat de subsidie en de tarieven gerelateerd dienen te zijn aan de exploitatielasten -en aan de bezettingsgraad. Hoeveel burgers maken gemiddeld per uur gebruik van de outillage, en breng dat terug naar een bedrag van f. 1.000,Dus per f. 1.000,hoeveel burgers per uur. Hoe hoger de uitkomst daarvan is, des te verantwoorder kan het zijn daaraan een subsidie te verstrekken. Bovendien, wat is de eigen inbreng, de eigen contributie van de leden van de vereniging. Ook daar naar moeten wij durven te kijken. Men moet bereid zijn een reëel bedrag voor zijn vrijetijdsbesteding te willen spenderen. Ik ben blij dit naar voren te hebben kunnen brengen en hoop dat het zeer serieus zal wor den bekeken". De voorzitter dankt de heer van den Eijnden voor zijn toelichting en schorst vervolgens de vergadering teneinde enig gewenst overleg te kunnen plegen. Na heropening van de vergadering vangt de voorzitter als eerste aan met zijn beantwoording in tweede termijn. "Ik begin maar in de richting van de heer Dirven. Het punt bedrijven terrein; akkoord met de drie aspecten die naar voren zijn gebracht; pleit ervoor dat bij de gegadigden die inderdaad in aanmerking zouden moeten komen voor dit bedrijventerrein goed het oor te luisteren te leggen en zo mogelijk rekening te houden met de wensen die van hen af komen. Dit zal zonder meer door het college worden meegenomen als het plan gerealiseerd is en er gegadigden voor komen. Ten aanzien van het plan "de Schaapskooi" is een motie ingediend welke ik als voorzitter na beëindiging van de algemene beschouwingen in tweede ter mijn aan u ter stemming zal voorleggen. De heer Lodewijks stelt aan de orde hetgeen ook dobr de heer Jansen naar voren is gebracht, namelijk de woningbouwprograrn- mering die aan :de orde is geweest en naar aanleiding waarvan er een stemming heeft plaatsgevonden waarbij een van de leden van het college zich niet geplaatst heeft achter het voorstel van het college. Ik kom daar dadelijk op terug bij de beantwoording van de heer Jansen. Dan heeft u gesproken over de woningbouwcorporaties. Er heeft één ge sprek plaatsgevonden op 1 juli jongstleden waarin van de zijde van de gemeente en van de woningstichting werd gesteld dat er geen proble men zijn bij een eventueel samengaan. Van de zijde van ae Stich ting Gertrudisoord is gesteld er geen behoefte aan te hebben; als er samenspraak moet zijn over de toewijzing van een bejaardenwoning en de gemeente zit met een bepaalde persoon of familie die in aan merking zou kunnen komen, dat'dan de wegen open liggen voor een bilateraal overleg om tot elkaar te komen. Dat is eigenlijk het resul taat van het gesprek van 1 juli. Als burgemeester en wethouders willen wij echter gaarne intern nog overleggen of, en zo ja in welke vorm, opnieuw dit onderwerp zou kunnen worden aangesneden. Dan heeft u kennelijk een mededeling die ons nog niet bekend is. Dat er plotseling drie tapvergunningen boven water zijn gekomen ten behoeve van het C.'J.C. en dat er gevraagd wordt nu de verzegeling van de tapinstallatie te verbreken. Ik moet zeggen dat het college maandag jongstleden nog een gesprek heeft gehad met een van de be- -43-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 44