ii -47- die zaken aan de orde gekomen en ons duidelijk gemaakt zoals zij vanavond verwoord zijn. Eerder waren zij ons ook niet bekend. Het was prettig overigens, dat tweede gesprek met de ondernemers om dat we van hen toen hardere en concretere wensen en verlangens te horen hebben gekregen die wij vervolgens bij de Provinciale Plano- log ische Dienst aan de orde konden stellen. Dan oeland ik bij de heer Roeien. Uw raad heeft een voorbereidings- besluit genomen voor 9 lokaties. Waar het om gaat is dat de medede ling inzake de apotheekruimte opgenomen stond onder het hoofdstuk "volksgezondheid". Binnen de mededelingen die het college heeft gedaan de volks qezondheid betreffende was er ook een die luidde dat het prettiq zou zijn als de aDotheek een definitieve vestiging heeft gekregen. Hetzelfde geldt echter voor die 8 anderen. Zodra wij deze partiële herziening in het vooroverleg hebben gebracht, en er komt een van deze 8 belanghebbenden, dan geldt voor hen dezelfde pro cedure als voor de apotheek. Daar hoeft geen enkel verschil over te ontstaan. Wél als er anderen zijn die wij nu hebben meegenomen, en die zouden komen. Want daarvoor geldt dit niet; die zullen de gehele procedure moeten doorlopen. Uw opmerking dat de datum vermeld op de nota gewijzigd zou moeten worden in 27 november 1980, is inderdaad juist. Wat mij betreft heb ik u geantwoord in tweede termijn waarna ik gaarne het woord zal geven aan de wethouder". Het antwoord van wethouder Houtepen in tweede termijn luidt als volgt: "Ik dacht dat ik erg kort kon zijn en ik ben voornemens de sprekers in volgorde van opkomst te beantwoorden. De heer Dirven heeft een op merking gemaakt over het station Prinsenbeek-Haagsche Beemden. Het is inderdaad juist dat deze plannen één jaar zijn opgeschoven, maar u zult begrijpen dat daarbij nogal wat disciplines zijn betrokken waaronder met name de gemeenten Breda en Prinsenbeek, de Nederlandse Spoorwegen, Rijkswaterstaat, enz. U heeft gezegd dat er een of meer dere groepen zijn geweest die op eigen initiatief plannen hebben ontwikkeld dan wel bezwaren hebben ingediend tegen reeds ontwikkelde plannen. In de laatste vergadering van de verkeerscommissiegehouden 17 december jongstleden, is inderdaad één van die plannen aan de orde geweest waarna werd besloten dit plan tijdens ons eerstkomende gesprek met de gemeente Breda op 20 januari aanstaande, aldaar ter sprake te brengen. Ook heeft u gesproken over het mogelijk creëren van een voetgangersdomein. Met u is ook het college van mening daarover voor af onderbouwende gegevens te verzamelen, alvorens ook maar iets in die richting te ondernemen. Het is duidelijk dat er bij dergelijke plannen vele belanghebbenden zijn in zowel positieve als negatieve zin, en dat het uitermate belangrijk is dat er een goed overleg tot stand komt en dat eenieder grondig geïnformeerd wordt. Voorlopig is het college niet meer van plan dan dit onderwerp mee te nemen in het verkeersonderzoek 1981. U heeft tevens gezegd geen reactie te hebben gekregen op uw suggestie om in Velsgoed, ter hoogte van Kapittelhof, een handbediende verkeerslichteninstallatie aan te brengen. Dok hieraan zijn de nodige verkeerstechnische problemen verbonden, en in grote lijnen zou ik hiervoor dezelfde procedure willen vol gen als die ik zojuist heb beschreven. Uw suggestie heeft echter zeer zeker onze aandacht en wij hopen daarop later dit jaar terug te komen. Voor wat betreft het fietpad aan de Beeksestraat is het inderdaad zo dat de huidige planning uitgaat van een rijwielpad aan één zijde daarvan. Bij de uitvoering van het plan "Staart I" zijn de trottoirs namelijk reeds aangelegd, waardoor het toch wel moeilijk wordt alsnog aan die zijde een fietspad te creëren. Deson-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 48