-48- danks zeg ik u wel toe nog eens nauwlettend te bezien welke mogelijk heden daar eventueel nog aanwezig zijn. Ten aanzien van de opmerking gemaakt door de heer Lodewijks met be trekking tot de lijst van woningzoekenden, kan ik hem mededelen dat de enige bedoeling van deze gewijzigde opzet gelegen is in het feit een onderscheid te hebben in de verschillende behoeften welke er le ven. De heer van der Bom heeft gezegd dat personen die gedwongen moeten ver huizen naar een andere gemeente, bij een eventuele terugkeer dezelfde rechten zouden moeten hebben als anderen. Daarop kan ik u antwoorden dat onlangs, bij het aan de man brengen van 58 premiekoopwoningen, deze handelwijze reeds is gevolgd. Wanneer personen gedwongen de ge meente moeten verlaten, omdat er voor hen geen geschikte woonruimte voorhanden is, en zij hebben tijdig kenbaar gemaakt te zijner tijd gaarne te willen terugkeren, bestaat er geen enkele reden hen in hun mogelijkheden te belemmeren. Dit is gebeurd bij de verkoop van de 58 premiekoopwoningen en het lijkt mij alleszins redelijk deze lijn voort te zetten. Tenslotte de plannen van de heer van den Eijnden inzake het kruispunt Velsgoed/Beeksestraat/Lunetstraat. Ofschoon deze plannen op een vrij laat tijdstip worden ingediend, zal ik niettemin trachten deze alsnog en zo spoedig mogelijk bij de daarvoor geëigende instanties aan te dragen. Mijnheer de voorzitter, hier wil ik het bij laten". De voorzitter dankt spreker voor zijn bijdrage en geeft vervolgens het woord aan wethouder van Seventer, wiens betoog als volgt luidt: "Mijnheer Dirven, ik heb even overleg gepleegd en er bestaat bij het college geen enkele moeite om ten aanzien van het gemeenschapshuis "Eikebos" de door u gevraagde gegevens gescheiden op te geven. U heeft iets gezegd over de bibliotheek, maar als ik u verwijs naar bladzijde 25 van de nota van aanbieding, zult u kunnen constateren dat het college het vriendelijke verzoek heeft gedaan om de stuk ken ten aanzien van het welzijnsplan en de bibliotheekruimte eerst ter discussie te stellen wanneer de desbetreffende nota voorligt. Dan bent u ook exact en zo uitvoerig mogelijk geïnformeerd. Ik hoop dat u op dit verzoek zult willen ingaan. Ten aanzien van uw opmerkingen over het gebruik van het scoutingge- bouw, kan ik u mededelen dat ook bij het college de argumenten van het bestuur van de Scouting vrij zwak zijn overgekomen. Daar staat tegenover dat vorig jaar wel de beslissing is genomen een onderkomen te bouwen voor de Scouting. Daarna zijn verschillende pogingen in het werk gesteld om het gebouw een wat grotere omvang te geven. In middels is het echter zo dat het gebouw is verhuurd aan de scouting, en het is begrijpelijk dat zij zich op het standpunt stellen binnen de normen die daarvoor gesteld zijn, in dat gebouw de dienst uit te maken Desondanks heeft het bestuur van de scouting wel voorgesteld hen gedu rende één jaar de gelegenheid te geven de nodige ervaring met de nieuwe accommodatie op te doen, waarna zij eventueel bereid zijn tot een hernieuwd overleg over mogelijk gebruik door een of meer andere verenigingen. De baatbelasting. U vindt dat die niet gerechtvaardigd is. Voor het college speelt dit punt niet. Wij nemen aan dat daarvan destijds de rechtvaardigheid is ingezien". Hier interrumpeert de heer Dirven met de opmerking dat zijns inziens de rechtvaardigheid heeft opgehouden te bestaan bij de invoering van de onroerend goed-belasting. De baatbelasting is ingesteld vóór

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 49