-50-
al panklaar bij het college beschikbaar zijn en daarover zou hij graag
elk misverstand de wereld uit willen hebben.
Wethouder van Seventer antwoordt met: "het is in ieder geval, mijnheer
Roeien, een onderdeel van de structuurschets. Er staat ook in diezelfde
notulen van die raadsvergadering: "het welzijnsonderzoek houdt niet zon
der meer verband met de structuurschets an sich', maar leunt er sterk
tegenaan. En omdat deze wens sterk leefde in deze raad, heeft het col
lege besloten dit onderwerp alsnog mee te nemen".
De voorzitter voegt daar vervolgens aan toe dat er momenteel twee onder
bouwende nota's voor de doelstellingennota zijn aangeboden, waarvan één
over de bevolkingsontwikkeling en één binnen de grondsfeer. Er moeten er
nog twee komen, namelijk een handelend over de schoollokalen en een over
de welzijnsactiviteiten. Dat zijn voorwaardenscheppende nota's om te ko
men tot een bepaald beleid, zijnde in dit geval het beleid ten aanzien
van de welzijnsplanning. Er bestaat dan ook geen misverstand over. De nota
die zojuist is binnengekomen en die intern nog bekeken moet worden in de vergadering
van burgemeester en wetnouders besproken, is een nota over het onderzoek
naar de welzijnsaccommodaties en naar wat de wensen zijn van degenen die
daar gebruik van maken. Daarin worden bepaalde knelpunten aangegeven,
daarin worden bepaalde beleidsadviezen aan de hand gedaan en daarover
zal de raad zich moeten uitspreken. Daarna en daarop gaat de gemeente
een welzijnsplan maken. De gemeenteraad moet echter niet verwachten dat
de kosten welke de gemeente thans maakt voor diverse welzijnsactiviteiten
als gevolg van dat plan sterk zullen stijgen.
Daarop vraagt de heer Roeien of het college nog een krediet nodig heeft
voor het uitwerken van die studie.
De voorzitter antwoordt hierop ontkennend; de kosten hiervan zijn begrepen
in het beschikbaar gestelde krediet. Spreker vervolgt met te zeggen dat de
beide onderzoekers van oordeel zijn dat reeds de doelstellingennota vol
doende handvaten biedt om tot bepaalde beleidsoverwegingen te komen.
Hierna vervolgt wethogder van Seventer zijn beantwoording in tweede termijn.
"Ten aanzien van de V.O.S.-cursussen, mijnheer Lodewijks, zal het college
inderdaad onderzoeken of er subsidie te verkrijgen valt voor deze cursus
sen. Als echter deze V.O.S.-cursus uitsluitend een onderdeel zou zijn van
het subsidiabele, waarbij wij dus op andere punten tekort zouden komen,
haken wij af.
Een dependance voor voortgezet onderwijs, mijnheer van der Bom, is naar
het standpunt van het college vooralsnog geen haalbare zaak.
Datgene wat de heer Jansen heeft opgemerkt met betrekking tot de personeels
stop zal onderwerp van beraad zijn binnen het college. U heeft even gesproken
over de overlegcommissie; ik dacht dat dat op enige moeilijkheden zou kunnen
gaan stuiten. Voor wat betreft de commissie openbare werken zal dit geen
probleem opleveren, maar ik ben bereid een en ander in studie te nemen con
form het voorstel dat u gedaan heeft.
Ja, het is u een raadsel, omdat u kwam uit een vergadering zoals u stelde
in het Bredase - waarvan ik even wil zeggen: het Bredase is niet het Prin-
senbeekse -, misschien ook provinciaal, maar u bent natuurlijk niet bezig
geweest om het college in te geven dat de inspecteur van het lager onder
wijs bezig is geweest zijn eigen winkeltje te verkopen. Wat ik vanavond
als lid van het college heb vertaald, dat is gewoon gebaseerd op correcte,
eerlijke, juiste en schriftelijke gegevens, genotuleerd, met de inspecteur
van het lager onderwijs, die aan heeft gedragen precies hetgeen ik vanavond
heb gesteld. Als dadelijk zou blijken vanuit de provincie of door andere
omstandigheden dat dat toch anders zal liggen zal daar inderdaad rekening
mee worden gehouden. Waar is deze hele leegstand van scholen in feite uit
geboren? In verband met de renovatie van de Heilig Hartschool. li weet,
en ik heb het zojuist ook toegezegd, dat het college die pogingen in
het werk zal stellen om zo snel mogelijk weer een nieuw plan met betrek-