-ti
de totale raad dient namelijk in al zijn geledingen betrokken te
worden bij het beleid.
Opheffen van de commissie algemene bestuurlijke zaken, voor de
geboorte waarvan de C.D.A.-woordvoerder reeds bij het desbetref
fende voorstel van burgemeester en wethouders toen al in het
geheel niet voelde zij het zonder daartoe ha^de motieven te hebben
aanqevoerd, het opheffen van die commissie zou jammer zijn en ons
inziens niet in het belang van het gemeentelijk beleid in Prin
senbeek. Ons college wijst de zienswijze van de C.D.A.-woordvoer
der, in deze aangelegenheid, derhalve terecht af, daar zij een
onjuiste is.
Bij de wijze van vastlegging van het besprokene in commissiever
gaderingen, waaromtrent de P.v.d.A.-woordvoerder een opmerking
plaatst, qaat het om in kort bestek de visie van de commissie
weer te geven over aan de orde zijnde zaken, waarbij minderheids
standpunten uiteraard in dat verslag worden medegenomen.
Het zijn derhalve meer dan louter besluitenlijsten doch minder
dan notulen.
De commissie algemene bestuurszaken zal - en zulks als antwoord
op opmerkingen van de woordvoerders van P.v.d.A, V.V.D. en Ge
meenschapsbelang dienaangaande zich onder andere ook nader bezin
nen op de wenselijk geachte taakinhoud van de onderscheiden com
missies, de kwestie van de rondvraag en de wijze waarop van ge
meentewege uitvoering kan worden gegeven aan de Wet Openbaarheid
van Bestuur. Zo ook een eventuele splitsing van de commissie
sport in twee commissies.
Van een reële behoefte om het gemeentehuis op vrijdagavond geopend
te hebben - Gemeenschapsbelang vraagt hierom - is tot dusver niet
gebleken. Er moet ons inziens voorts voor worden gewaakt het ambte
narencorps niet zwaarder te belasten dan noodzakelijk.
Bij alle woordvoerders uit de raad staat centraal het thema van de
woninqbouw en in dat verband met name het verschuiven van de reali
sering van het bestemmingsplan Schaapskooi naar een later stadium.
De woordvoerders van V.V.D.P.v.d.A. en Gemeenschapsbelang be
treuren de door de raad in deze genomen beleidsbeslissing en spreken
hun grote bezorgdheid uit over a) de continuïteit in de woningbouw,
b) over het op losse schroeven komen staan van realisering van
het woonwagencentrum aldaar en c) het financieel aspect van een en
ander; aangedrongen wordt door hem op alsnog verder in procedure
brengen van dit plan.
Lijnrecht tegenover deze constatering stelt de C.D.A.-woordvoerder,
dat - ik citeer - "zijn fractie haar genomen beleidsbesluit in deze
met een stijgende waardering beoordeelt".
Het zal uw raad zeker niet verbazen, wanneer ons college ook nu nog
stelt het genomen raadsbesluit nog steeds ernstig te blijven be
treuren, met name om zijn vermoedelijk zelfs verregaande conse
quenties. De motivering hiertoe is meer dan voldoende verwoord
tijdens uw vergadering van 28 augustus 1980; onzerzijds bestaat
er geen behoefte aan om hierop nu nog nader in te gaan.
Het terugkomen op een ingenomen standpunt, wat tot een bepaald be
sluit heeft geleid, behoeft overigens niet altijd gezichtsverlies
in te houden, integendeel het kan getuigen van bestuurlijke moed.
Overigens willen wij nog wel ingaan op bemerkingen, vragen en
kanttekeningen, welke vanuit uw raad zijn gesteld in hun beschouwingen
bij dit onderdeel van het gemeentelijk beleid.