-6-
In deze overeenkomst nu, staat op bladzijde 4, in artikel 10, sub 3,
dat "het tarief voor een normale woonaansluiting beloopt bij aanvang
van deze overeenkomst een bedrag van f. 8,25 exclusief 8.T.W. per maand.
Casema zal dit tarief niet dan na overleg met de gemeente aanpassen".
Casema beschouwt het overleg dat inmiddels met het college heeft plaats
gevonden en waarbij van de zijde van Casema werd medegedeeld dit bedrag
met f. 0,41 te verhogen, als een uitvloeisel van en geheel conform met
bedoeld artikel 10 van de overeenkomst. Namens het college deelt spreker
vervolgens mede, de suggestie vanuit de raad om i-n overleg te treden met
Casema teneinde mogelijk tot een nieuw contract te komen, gaarne in over
weging te zullen nemen.
De heer Jansen doet daarbij de suggestie om de voorgestelde verhoging van
f. 0,41 in het overleg mee te nemen, doch geenszins een verrekening van de
verliesposten te accepteren.
De heer Dirven zegt uit de woorden van de wethouder beluisterd te hebben
dat het college van mening is dat er twee verschillende contracten zijn,
namelijk een voor de gemeente Breda en een voor de gemeente Prinsenbeek.
Hij is het daar niet mee eens. Het is zeer wel mogelijk dat binnen het
kader van één contract verschillende verlies- en winstrekeningen worden
opgesteld met verschillende uitkomsten, doch het is zijns inziens niet
correct om op basis van die uitkomsten per onderdeel tot bepaalde maat
regelen te komen.
De heer de Hoon"zegt met spanning het antwoord van de portefeuillehouder
af te wachten naar aanleiding van de suggestie gedaan door de heer Jansen.
De heer Hennekam brengt in herinnering dat Casema indertijd gedurende vele
jaren niet bereid was om een centrale antenne inrichting aan te leggen
in de gemeente Prinsenbeek omdat de exploitatie daarvan veel te -duur
zou zijn. Reden waarom de gemeente zich destijds heeft gebogen over enke
le andere offertes, hetgeen overigens ook niet tot resultaten heeft ge
leid. Vervolgens is Casema, in de periode dat de gemeente Breda van over
heidswege als groeistad werd aangewezen, alsnog overstag gegaan met de
motivatie dat als gevolg van dat besluit de toekomstige bebouwing van
Breda tot aan de grenzen van Prinsenbeek zou reiken, waardoor Prinsen
beek alsnog zou kunnen worden meegenomen. Voor het toenmalige college is
dat aanleiding geweest daarop onmiddellijk in te haken en te bedingen
dat er ook een tariefstelling zou plaatsvinden gelijk met Breda. Overigens
blijkt dit niet met zoveel woorden uit het contract, maar niet alleen de
regels uit een contract zijn geldend voor het verbintenissenrecht doch
ook de zaken waarop het totstand is gekomen.
En dat zijn de vele besprekingen met burgemeester en wethouders alsmede
de vele besprekingen binnen de gemeenteraad waarbij met herhaling is ge
zegd dat er een koppeling van het tarief zou plaatsvinden. Volgens spre
ker blijkt uit de stukken duidelijk dat Casema moeite heeft met de tegen
vallende exploitatie in Prinsenbeek. Niet alleen dat de bebouwing van de
Haagsche Beemden niet conform de plannen heeft plaatsgevonden, ook de
woningdichtheid maakt een exploitatie in Prinsenbeek duurder. Hij vreest
er dan ook voor dat, indien het college zou besluiten de koppeling van
het tarief met de gemeente Breda los te laten, over een aantal jaren het
tarief in de gemeente Prinsenbeek wel eens het dubbele zou kunnen zijn
Spreker pleit er tenslotte ten sterkste voor dat er op enigerlei wijze
een zekere koppeling tussen de tarieven van Prinsenbeek en Breda gehand
haafd zal blijven.
Wethouder van Seventer zegt nogmaals te willen ijveren voor een voor de
gemeente Prinsenbeek zo gunstig mogelijke regeling en daarbij de door
de heer Hennekam bepleite koppeling gaarne in overweging te willen ne
men. Daarbij dient zijns inziens echter wel de grootste voorzichtigheid in
acht te worden genomen omdat, zoals het college is gebleken, de techni
sche voorzieningen in de gemeente Breda voor een groot gedeelte aan ver
nieuwing toe zijn hetgeen uiteraard grote kosten met zich zal brengen.