Nadat hem desgevraagd is gebleken dat vanuit de gemeenteraad geen be zwaren naar voren worden gebracht tegen een verhoging van het tarief met f0,41 per maand, ingaande 1 januari 1981, besluit spreker zijn betoog. De voorzitter sluit vervolgens de discussie over dit onderwerp en geeft het woord aan de heer Roeien. Deze heeft een opmerking naar aanleiding van het schrijven van het Stads gewest Breda d.d. 23 november 1980 inzake deelname Baarle-Hertog in transportkostenpooling en het antwoord van burgemeester en wethouders daarop van 5 januari 1981. De fraktie waarvoor hij spreekt kan zich verenigen met het door het college gegeven antwoord, waarbij de ge meente Baarle-Hertog de gelegenheid wordt geboden van deze transport kostenpooling gebruik te maken. Wel wordt betreurd dat diezelfde gemeente, waar het handelt over huishoudelijk afvalwater, een dermate halsstarrige houding heeft aangenomen dat het plaatsen van een instal latie daarvoor in Baarle-Nassau, niet tot de mogelijkheden kon behoren. Met betrekking tot het schrijven van de Rijkspolitie Groep Prinsenbeek, genoemd onder ad. v)is hij van mening dat daarin een aantal zaken worden opgesomd die dermate belangrijk zijn dat zijn fraktie het nodig oordeelt dat deze betrokken worden bij de beleidsuitgangspunten. Zijn fraktie waardeert bijzonder de uitvoerige rapportage welke is gegeven ten aanzien van de plaatselijke speeltuinen en shotvelden, en hoopt dat burgemeester en wethouders met indiqaties ter verbetering rekening houdt bij de uitvoering. In zijn antwoord zegt wethouder Houtepen de constatering van -de heer Roeien met betrekking tot de door de gemeente Baarle-Hertog aangenomen houding, inderdaad een jammerlijke te vinden. Voor wat betreft het schrijven met als onderwerp de plaatselijke speeltuinen en shotvelden, deelt spreker mede dat zijn collega dit schrijven onderwerp van gesprek heeft doen zijn in de sportadviesraadVanuit de sportadviesraad is ver volgens een commissie ad hoe geformeerd die zich bereid heeft verklaard in nauw overleg met de dienst gemeentewerken naar oplossingen te zoeken. Spreker hoopt de gemeenteraad op korte termijn mededeling te kunnen doen van de wijze waarop men denkt aan een en ander gestalte te kunnen geven. Naar aanleiding van dit antwoord vindt de heer Roeien dat in het voor stel van burgemeester en wethouders had moeten worden aangegeven dat ook het stuk v. in behandeling is bij het college. De voorzitter zegt daarvan nota te hebben genomen. Met betrekking tot het besluit van het college tot verkoop van grond in het bestemmingsplan Staart II aan Eurowoningen B.V., vraagt de heer Dirven zich af welke de consequenties zijn van dit besluit nu de groeps directie onroerend goed van Pakhoed N.V. - waarvan Eurowoningen B.V. via Polyzathe B.V. onderdeel uitmaakt - de laan is uitgestuurd, en met name voor wat betreft de continuïteit in de woningbouw. Wethouder Houtepen antwoordt dat de door de heer Dirven bij Pakhoed N.V. gesignaleerde ontwikkelingen niet noodzakelijkerwijs behoeft te leiden tot maatregelen bij Eurowoningen B.V. Bovendien verkoopt de gemeente geen grond aan Eurowoningen maar aan "door ons nader aan te wijzen rechtverkrijgenden". Gezien contractuele verplichtingen uit het verleden is Eurowoningen de instantie die zich metterdaad met het bouwen zal gaan bezighouden. Niettemin zal het college de gang van zaken nauwlettend blijven volgen. Ten aanzien van het jaarverslag 1979 van het Streekarchivariaat "De Markkant", genoemd onder ad. z., maakt de heer Dirven zijn compli menten daarvoor. Het heeft hem verheugd uit het verslag kennis te hebben kunnen nemen van de voortreffelijke wijze waarop ook in 1979 deze dienst heeft gefunctioneerd. -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 66