S3
-11-
de aspirant-verkopers de suggestie gedaan zich te laten bijstaan door een
deskundige opdat ook hun belangen zo goed mogelijk verdedigd zouden wor
den. In het verleden is het ook immer gebruikelijk geweest de kosten daar
van voor rekening van de gemeente te nemen. Spreker vraagt zich dan ook
af wat de consequentie zal zijn voor toekomstige onderhandelingen indien
thans besloten zou worden niet tot betaling over te gaan.
In zijn beantwoording schetst wethouder Houtepen in het kort de gang van
zaken tot dit moment. Toen het gemeentebestuur indertijd heeft besloten
te trachten gronden te verwerven in het toekomstige bestemmingsplan "de
Schaapskooi", heeft zij zich met de eigenaars daarin in verbinding ge
steld. Gezien de gecompliceerdheid van de grondverkopen hebben deze
eigenaars de hulp ingeroepen van terzake deskundigen. Op een goed moment
hebben deze onderhandelingen tot een bepaalde overeenstemming geleid, het
geen betekent dat op datzelfde moment ook verwacht mocht worden dat de
kosten van die deskundigen vergoed zouden worden.In de bereidverklaring
die vervolgens werd afgegeven is dit ook exact omschreven.
Als gevolg van een later genomen raadsbesluit is de noodzaak tot aankoop
van deze gronden komen te vervallen en moesten de onderhandelingen daarover
worden gestaakt. Juist door het staken van die onderhandelingen zal het
altijd een onbeantwoorde vraag blijven of aan het tweede argument van ge
deputeerde staten waarop goedkeuring werd onthouden - namelijk het finan
ciële argument - niet tegemoetgekomen had kunnen worden.
Niettemin heeft de gemeente de eerste aanzet tot onderhandelingen gegeven,
en het is niet meer dan logisch dat de gemeente dan ook de door de tegen
partij gemaakte kosten daarvoor voor haar rekening neemt. Ten aanzien
van de door hetlidDirven gestelde vragen, deelt spreker mede dat uiter
aard niet van gemeentewege opdrachten zijn verstrekt tot bemiddeling. Het
initiatief daartoe is uitgegaan van de aspirant-verkopers zelfDat de des
betreffende deskundige desondanks zijn declaratie rechtstreeks bij het
gemeentebestuur indient is zijn zaak en zou - formeel gesproken - niet
geaccepteerd behoeven te worden. Van de wijze waarop deze declaratie tot
stand is gekomen, en de hoogte van het bedrag daarvan, neemt het college
aan dat gehandeld is conform de daarvoor geldende richtlijnen. Het feit
dat men genoegen heeft genomen met 85?ó van de voor vergoeding in aan
merking komende,kosten, houdt verband met de omstandigheid dat de onder
handelingen op een zeker moment afgebroken moesten worden. Zich vervolgens
richtend tot de heer de Hoon, deelt spreker mede dat het onderhavige
voorstel gesteund wordt door het voltallige college. Ten aanzien van toe
komstige onderhandelingen ziet spreker geen reden af te wijken van de han
delwijze die daarbij in het verleden altijd is gevolgd. Daarom ook is het
college van mening dat de thans in het geding zijnde kosten betaald dienen
te worden.
De heer Roeien hoopt dat door zijn betoog niet de indruk is gewekt als zou
hij anderen voor bepaalde kosten willen laten opdraaien. Dat is uitdrukke
lijk niet de bedoeling van zijn fraktie. Hier is sprake van een geschil
tussen een deskundige en de gemeente Prinsenbeek, en op basis daarvan heeft
hij zijn betoog opgebouwd.
Hij vervolgt met te zeggen dat hij met het college van mening blijft ver
schillen waar deze van mening is dat de afwijzing van het raadsbesluit
door gedeputeerde staten primair is gebaseerd op het later genomen raads
besluit. Hij heeft uitdrukkelijk gesteld dat er naar het oordeel van zijn
fraktie zwaarwegende financiële belangen in het spel waren en hij twijfelt
ten zeerste aan de opmerking van wethouder Houtepen, waar deze heeft gezegd
dat als gevolg van het afbreken van de onderhandelingen geen gunstiger resul
taat bereikt kon worden. Gelet op alle stukken welke aan het bereikte resul
taat ten grondslag hebben gelegen - waaronder met name een reeds herzien
taxatierapport - vraagt spreker zich af of het colleoe enige kans van sla
gen gehad zou hebben bij eventuele pogingen om de aankoopprijs- aanzienlijk