-14- de meest direct betrokkene is bij de problematiek rond Rijksweg 16, inneemt bij de beoordeling van beide bureaux.. Naar de mening van de heer de Hoon moet de deskundigheid van het bureau Peutz beslist niet lager wordt geschat dan die van D.H.V. In de vergade- ring van juni 1980 heeft zijn fraktie reeds gewezen op het bestaan van dit - internationaal werkend - bureau dat prijstechnisch gezien een con currerende positie schijnt in te nemen. Wethouder Houtepen zegt dat het hem op dit moment niet bekend is in hoeverre Rijkswaterstaat ervaring heeft opgedaan met de werkwijze van het bureau Peutz. Voorlopig echter wenst het college te persisteren bij het onderhavige voorstel. Mocht vervolgens in de vervolgfase blijken dat het wenselijk dan wel noodzakelijk is dat Rijkswaterstaat daarbij wordt betrokken, dan zou alsnog besloten kunnen worden een ander bureau i.e. D.H.V. in te schakelen. De heer Roeien is van mening dat bij het nemen van besluiten in de toekomst op een ander niveau, de betrouwbaarheid van de over te leggen gegevens erg belangrijk kan zijn. Hij kan zich indenken, gelet ook op hetgeen de heer Dirven daarover heeft gezegd, dat daartussen verschillen kunnen bestaan. Spreker zou dan ook graag meer inzicht verkrijgen in de betrouwbaarheid van de beide mogelijke adviesbureaux fcen opzichte van de subsidiënt. De heer Dirven benadrukt dat het zijns inziens verstandiger is een bedrag van f. 13.500,te betalen aan een bureau waarvan bij voorbaat vaststaat dat de door hengeleverde uitkomsten een goed onthaal vinden bij het Mini sterie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en mogelijk in een later sta dium ook bij Rijkswaterstaat, dan voor een bëdraq van f. 8.000,een bureau in de arm te nemen wiens uitkomsten later ontoereikend zouden kunnen blijk- ken te zijn. Naar de mening van de heer van Schaik betreft het hier een zuiver technische geluidsmeting om de zonering rond de geluidsbronnen i.e. wegen en spoorwegen, uit te zetten .Naar zijn zeggen kan het bureau Peutz in deze een zeker zo goed, om niet te zeggen beter rapport leveren dan het bureau D.H.V. De heer van der Bom is het daarmee eens. Ook zijn fraktie heeft in het ver leden een onderzoek verricht naar de werkwijze van het bureau Peutz, en is op grond daarvan tot een eensluidende conclusie gekomen. Wethouder Houtepen zegt dat beide bureaux een uitnodiging hebben ontvangen om een offerte uit te brengen op grond van voor beide een sterk verschil vertonen, behoeft zijns inziens geenszins te betekenen dat het ene bureau kwalitatief beter werk zal verrichten dan het andere. Namens het college besluit spreker met te zeggen bij het voorstel te willen persisteren, name lijk het beschikbaarstellen van een krediet voor het houden van een akoes tisch onderzoek door het Akoestisch Adviesbureau Peutz. De heer Dirven zegt zich met dit voorstel weliswaar te kunnen verenigen, zij het met dien verstande dat de opdracht eerst wordt verstrekt nadat meer duide lijkheid is verschaft over de houding van Volksgezondheid en Rijkswater staat. Vervolgens sluit de voorzitter de discussies en constateert desgevraagd dat geen der leden stemming over dit onderwerp behoeft. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel besloten. Na de koffiepauze heropent de voorzitter de vergadering en geeft het woord aan wethouder Houtepen die een verklaring wenst af te leggen over de uit- leq welke hij gegeven heeft naar aanleiding van een desbetreffende vraag van uit de gemeenteraad over woningen die momenteel door Enka-werknemers worden gehuurd. Naar aanleiding van een door het college gedane mededeling, zo zegt wethouder Houtepen, zijn er vragen gesteld over mogelijke woonproblemen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 73