-15- voor de Enka-werknemers. Daarop heeft hij geantwoord dat het college daar over reeds contacten had gelegd. Voor niet-ingewijden moet dit een erg onduidelijk antwoord zijn geweest en daaraan zou de uitleg kunnen worden gegeven als zou het college daarover contact hebben gehad in de jongste periode dat de problemen rond het Enka-concern bekend werden. Dit echter is niet juist. Wel is er in het verleden een afspraak gemaakt met het Enka-concern, waarbij het gemeentebestuur de toezegging werd gedaan dat eventueel vrijkomende Enka-woningen zouden kunnen worden toegewezen aan Prinsenbeekse woningzoekenden. Contacten tussen gemeentebestuur en Enka- directie in relatie tot de problemen welke zich daar thans voordoen, heb ben niet plaatsgevonden. De voorzitter dankt soreker voor zijn toelichting en brengt het volgende agendapunt aan de. orde. 7) Voorstel met betrekking tot de renovatie van de Heilig Hartschool. Kapel straat 44. Namens zijn fraktie deelt de heer van der Bom mede het college-voorstel, gelijk ook tijdens de eerder daarover gevoerde discussies, van harte te zullen steunen. Zijn fraktie betreurt wel dat de bedoeling van de porte feuillehouder om ook het schoolbestuur te horen, niet is gehonoreerd. De heer Lodewijks zegt zich bij de laatste woorden van de heer van der Bom te willen aansluiten. Ook hij heeft zich gestoord aan het feit dat de op voorstel van de voorzitter van de commissie onderwijs uitgenodigde des kundigen c.q. belanghebbenden, geen gelegenheid is geboden aan de desbe treffende commissievergadering deel te nemen. Voor wat de zaak zelf betreft heeft hij tijdens de algemene beschouwingen zijn ongenoegen geuit over het feit dat de raad bij zijn eerste besluit vorming over dit voorstel betrekkelijk ongenuanceerd geïnformeerd is ge worden. In eerste termijn heeft hij de kwestie van de renovatie verdedigd op gronden die destijds ook in de commissie onderwijszaken naar voren werden gebracht. Men zou toen moeten streven naar fasering omdat een aantal zaken onduidelijk was en men zou op latere termijn kunnen bezien op welke wijze deze zaken zich zouden gaan ontwikkelen. Zijn overwegingen om destijds de idee van de fasering te ondersteunen waren a) wat gaat er in de toekomst met de Heilig Hartschool gebeuren?, b) wat zal de verdere ontwikkeling van het gebouw zijn in relatie tot andere ontwikkelingen binnen het onderwijs en c) wat zal de financiële bijdrage van het schoolbestuur in deze renova tie zijn? Spreker constateert vervolgens dat het thans ter tafel liggende voorstel naar strekking niet is gewijzigd. Wel stemt het hem tot tevreden heid dat er thans leerlingenprognoses bekend zijn gemaakt die hem althans één grond vóór die fasering doen wegnemen. Voor wat betreft de redelijke financiële bijdrage van het schoolbestuur-is spreker van mening dat het gemeentebestuur weinig mogelijkheden heeft een dergelijke bijdrage af te dwingen. Hij vindt dat juist; het gaat hier om een totale renovatie van de school en niet om de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden. Samen vattend constateert spreker dat de leerlingenprognoses voor wat betreft de instandhouding van het gebouw positief zijn en dat niet kan worden vol staan met het opknappen van 2, 4 of 6 lokalen. Daarbij komt dat renovatie ineens financieel voordeliger zal zijn dan een fasegewijze uitvoering. Ook verwacht hij dat de overlast welke van de renovatie zal worden onder vonden geringer zal zijn bij een uitvoering ineens. Naar zijn zeggen is het standpunt van zijn fraktie dan ook in zoverre gewijzigd dat zij op dit moment voor de opheffing van de fasering in de tenuitvoerlegging van het plan is en dat zij een integrale uitvoering voorstaat waarbij met het schoolbestuur nog eens bezien kan worden wat een redelijke bijdrage kan zijn in de door de gemeente te maken kosten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 74