-17- gezegd: "niet omdat bij voorbaat gezegd wordt dat daar de meest ideale ruimte beschikbaar is, maar veeleer te zien als een afspraak met het schoolbestuur waarbij dit een tegenprestatie levert voor het van gemeente wege dragen van onkosten welke het zelf had moeten voorzien en moeten reserveren". Spreker betreurt het deze uitlating destijds in het open baar te hebben gedaan en wenst deze, omdat daaruit de verkeerde indruk zou kunnen ontstaan dat er sprake is geweest van slecht bestuur, even eens in het openbaar terug te nemen. Wethouder van Seventer vangt zijn beantwoording aan met namens het college zijn voldoening uit te spreken over de door de gemeenteraad ingenomen houding. Waar sprekers als het ware het college een verwijt hebben gemaakt over het niet beschikbaar zijn van alle gegevens in de vergadering van 27 november 1980, wijst spreker erop dat, gezien de termijn waarbinnen op het verzoek van het schoolbestuur beslist diende te worden, zulks toen niet mogelijk was. Het college kon toen geen andere gegevens verstrekken dan die welke gebaseeerd waren op van de inspecteur voor het kleuter- en lager-onderwijs ontvangen informatie. Het verheugt spreker dat de thans bekend geworden prognose-gegevens hebben bevestiqd hetgeen hij daarover in die bewuste novembervergadering heeft gezegd. Zich vervolgens rich tend tot de heer Jansen naar aanleiding van diens verzoek om in overleg met het schoolbestuur nu reeds een claim te leggen op toekomstige uit keringen voor groot-onderhoud, deelt spreker het volgende mede. Reeds enkele dagen geleden heeft een lid van het^ college over dit onderwerp overleg gevoerd met het schoolbestuur. Van de zijde van het schoolbe stuur werd toen gesteld dat het leggen van een claim om toekomstige onderhoudsdotaties zal leiden tot een onzorgvuldig onderhoudsbeleid. Ook vanuit hun totale beleid kunnen zij een dergelijk onderhoudsbeleid niet tot het hunne maken. Nu reeds is het zo, dat van het totaalbedrag dat gereserveerd is voor het doen plegen van groot onderhoud, een be drag van f. 45.000,zal worden aangewend voor het buitenschilderwerk en het vernieuwen van de dakgoten, en dat het resterende gedeelte zal worden bijgedragen in de kosten van de renovatie. Juist omdat het school bestuur na de renovatie weer met een lege kas moet starten, lijkt het hem niet juist te trachten in onderhandelingen een claim te leggen op toekomstige vergoedingen of gedeelten daarvan. Namens zijn fraktie deelt de heer van der Bom mede de zienswijze van de portefeuillehouder te kunnen volgen. Ook zijn fraktie is van mening dat het schoolbestuur de gelegenheid moet worden geboden om gelden te reser veren voor toekomstige groot-ondernouds-werkzaamheden De heer Lodewijks vindt het argument van de heer Jansen belangrijk ge noeg om even te herhalen. Bij bestudering van het renovatieplan kunnen er naar zijn mening inderdaad twijfels rijzen of alle daarin opgenomen punten betrekking hebben op renovatiewerkzaamheden dan wel of in bepaalde gevallen gesproken zou moeten worden over het aanbrengen van verfraaiingen; Het zou zijns inziens dan ook niet zo vreemd zijn indien het gemeentebe stuur met name over die posten gaat praten en over de bijdrage die het schoolbestuur daarin zou kunnen leverenOverigens heeft zijn fraktie geen Drobleem met het voteren van het gevraagde krediet en met de uitbreiding daarvan zoals door de heer Jansen is verwoord. Zonder uitdrukkelijk alle posten uit de begroting aan een onderzoek te willen onderwerpen, verduidelijkt de heer Jansen zijn eerder gedane suggestie aan de hand van de begrotingspost voor het vernieuwen van de gordijnen. Hiermee is een groot bedrag gemoeid zonder dat er naar zijn mening sprake is van renovatie. Spreker zou het dan ook niet meer dan redelijk vinden indien daarover overleg-gepleegd zou worden. Het gaat hem niet zo zeer om het bedrag, doch veeleer om net feit dat, indien de ge meente zonder meer het totale bedrag beschikbaar stelt, het schoolbe stuur zijns inziens zeer goed weet dat zij daarmee meer krijgt dan in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 76