te nemen. Afgesproken is toen om in april 1981 wederom een open
bare vergadering te beleggen, waarin deze zaak opnieuw aan de orde zal
worden gesteld. Hopelijk alsdan met meer succes.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel
besloten.
17) Voorstel tot aanwijzing van de gemarkeerde gedeelten van het Velsqoed
tot fietsstroken, alsmede aanwijzing van een voetqanqersoversteekplaats
aldaar
De heer Dirven vraagt het college of deze in zijn overwegingen mede heeft
betrokken de mogelijkheid om de voetgangersoversteekplaats te doen bevei
ligen door handbediende verkeerslichten.
Wethouder Houtepen antwoordt dat deze suggestie buiten de orde van het
onderhavige voorstel valt, doch dat er niettemin reeds geruime tijd de
nodige aandacht aan wordt geschonken.
De heer Hennekam zegt zich uit een vorige vergadering te herinneren dat
er namens het college gezegd is' dat bij de aanleg van toekomstige fiets
stroken geen gebruik meer gemaakt zal worden van ribbelflex maar, teneinde
de geluidsoverlast te beperken, van een gladde belijning. Spreker vindt
een ribbelflexbelijning veel doelmatiger en meent dat de daaruit voort
vloeiende geluidsoverlast vrij betrekkelijk zal zijn. Hij zou het dan ook
op prijs stellen indien het college de wijze van belijning in heroverwe
ging zou willen nemen.
Namens het college deelt wethouder Houtepen mede dat er reeds besloten
is ook toekomstige fietsstrookmarkeringen uit te voeren op dezelfde
wijze als dat heeft plaatsgevondenin Velsgoed.
De heer Roeien zegt dat dat besluit nog geëffectueerd zal dienen te wor
den door een raadsbesluit, omdat de aanleg van toekomstige fietsstroken
- zoals bijvoorbeeld in Heikantsestraat, Molenstraat - duidelijk los ge
zien moet worden van het fietspad in Velsgoed dat bij wijze van proef is
aangelegd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel be
sloten.
18) Voorstel tot 14e wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement 1969 ge
meente Prinsenbeek.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
aldus besloten.
19) Voorstel inzake benoeming van een lid en een plaatsvervangend lid van
de Stichting Gertrudisoord
Namens zijn fraktie deelt de heer Jansen mede het erg op prijs te zullen
stellen indien de benoemingen bij acclamatie kunnen plaatsvinden. Voor
zowel het bestuurslid als het plaatsvervangend bestuurslid stelt hij
voor de nummers 1 uit de voordracht te benoemen.
De heer Dirven zegt de suggestie van de heer Jansen van harte te onder
steunen. Los daarvan zou hij het op prijs stellen indien het bestuur
van de Stichting Gertrudisoord zich bij de invulling van toekomstige
vacatures niet meer uitsluitend richt tot de categorie personen in de
leeftijd van 65 jaar en ouder. Bijvoorbeeld zou hij denken aan het be
noemen van een nieuw lid, tevens reeds lid zijnde van de Stichting
Hagedonk, waardoor een betere informatieverstrekking over en weer
-21-