De gemeenten wordt dan ook gevraagd om voor uitgifte van bouwgrond in de sociale sector slechts die aannemers in aanmerking te laten komen welke zijn ingeschreven in de registers van dat instituut. Naar aanleiding van het verzoekschrift van de heer Duijnstee, genoemd onder ad. q., is de heer Dirven van mening dat het gemeentebestuur ge houden is zijn toezegging, gedaan bij schrijven van 3 april 1973 en in houdende dat betrokkene zijn woning met maximaal 23% zou mogen uitbrei den, na te komen. Spreker vindt dat met de procedure welke het college voornemens is te volgen, onzorgvuldig wordt gehandeld ten aanzien van de rechten van de heer Duijnstee welke hem op grond van dat schrijven zijn verleend De voorzitter antwoordt dat het thans voorliggende voorstel luidt om het onderhavige stuk voor nader advies in handen van het college van burge meester en wethouders te stellen. Te zijner tijd zal de gemeenteraad via de commissie ruimtelijke ordening geadviseerd worden om tot een bepaalde besluitvorming te komen. Spreker acht het dan ook niet juist bedoeld stuk reeds in dit stadium te bediscussiëren. Met betrekking tot het schrijven genoemd onder ad. o. zou de heer Dirven graag willen vernemen welke woningen precies zijn begrepen in het aantal per 1 januari 1981 leegstaande woningen. Zijn dit uitsluitend de woningen waarvoor op genoemde datum nog geen kopers waren gevonden, of zijn daar in mede begrepen de woningen die als gevolg van verbouwingswerkzaamheden niet werden bewoond. De voorzitter zegt daarop geen antwoord te kunnen geven. Voor leegstand kunnen diverse redenen aanwezig zijn zoals verbouwingswerkzaamheden, sterf gevallen, de afwikkeling van erfenisprocedures, enzovoorts. Mede in ver band met de veelheid aan werkzaamheden die het met zich zou brengen indien gespecificeerd zou moeten worden aangegeven welke woningen om welke redenen niet worden bewoond, heeft het college gemeend te moeten volstaan met een opgave zoals die thans voorligt. De heer van der Bom zegt uit eerdere antwoorden van de voorzitter te hebben begrepen dat het college voornemens is in de toekomst uitsluitend in zee te gaan met aannemers welke zijn aangesloten bij de Stichting Garantie Instituut Woningbouw. Zijn fraktie kan zich daarin vinden. Ten aanzien 'van het verzoekschrift van de heer Duijnstee wijst spreker op het werkge legenheidsaspect dat daarbij zijns inziens ook een rol speelt. Hij ver zoekt het college ook daaraan de nodige aandacht te willen schenken. Vervolgens worden de stukken a t/m p voor kennisgeving aangenomen en wordt het stuk q. voor nader advies in handen van het col lege van burgemeester en wethouders gesteld. 4) Mededelingen over de gewestraad. De voorzitter deelt mede dat er sinds de laatstgehouden raadsvergadering geen gewestraadsvergadering heeft plaatsgevonden, zodat mededelingen niet zijn te doen. 5) Voorstel tot vaststelling van de doelstellinqennota ten behoeve van de struktuurschets voor de gemeente Prinsenbeek. Namens zijn fraktie deelt de heer Roeien mede in te kunnen stemmen met het collegevoorstel om de bijgevoegde doelstellingennota aan tewenc'en bij bet opstellen van een ontwerp-struktuurschets Zijn fraktie is verheugd dat op basis van goede afwegingsnormen een aan tal mogelijke bouwlocaties een weging heeft ondergaan. Ten aanzien van het aspect geluidsbelasting voor een aantal locaties, is hij van mening dat de normering aan de erg lage kant is. Indien die juister zou zijn berekend zouden de locaties welke nu reeds minder gewenst zijn waarschijnlijk een nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 87