-7- dat nu tijdig is omgegooid - aldus de C.D.A.-woordvoerder - doch ons inziens wel heel erg laat, eveneens een aantal leden uit de C.D.A.-fraktie hun loyale medewerking hebben geleverd. Het op korte termijn tot ontwikkeling brengen van een postzegel plan voor de bouw van circa 100 tot 120 woningen in de sociale sector zoals vanuit het C.DAwordt voorgesteld is daarom al een onmogelijkheid, omdat allereerst - zeker grofmazig - een structuur schets op tafel moet komen; bovendien is de proceduregang van een postzegelplan - welke overigens een geheel andere bedoeling heeft als kennelijk door de C.D.A.-woordvoerder wordt beoogd, de zelfde als die van een normaal bestemmingsplan. In tijdsduur be tekent zo'n plan derhalve geen bekorting. Voorts rijzen dan nog de vragen: waar dit plan te creëren en het probleem van de financieel-economische uitvoerbaarheid; de visie van de provincie in deze is namelijk, dat vooraf geen bedrag mag worden gegeven uit de alqemene middelen, omdat het plan uit zich zelf financieel-economisch uitvoerbaar moet zijn. Ter uitvoering van besluiten van de raad in deze zal ons college uiteraard in overleg treden met de provincie teneinde te bereiken, dat alsnog een bestemmingsplan - zo mogelijk met een inhoud zoals wordt be oogd - kan worden gerealiseerd. Het zou namelijk in principe mogelijk kunnen blijken, dat van pro vinciale zijde accoord zou kunnen worden gegaan met inbreng van een bescheiden bijdrage uit overschotten van eerder gerealiseerde plannen in zo'n plan. Een en ander zal wel inhouden, dat het plan zeer sober van opzet moet zijn - derhalve goedkope bestrating, plantsoen en straatver lichting - en een verdere verdichting van de bebouwing - derhalve minder plantsoen en minder ruimte voor speel- en gemeenschapsvoor zieningen Bovendien zal het percentage te bouwen premie-woningen ten opzichte van de woningwetbouw aanzienlijk hoger moeten liggen. Tenslotte zij nog opgemerkt, dat het Provinciaal Bestuur meestal niet geporteerd is voor zogenaamde postzegelplannen. Met deze laatste opmerkingen is tevens de eerste vraag van de woord voerder van Gemeenschapsbelang in deze beantwoord. Omtrent de ontwikkeling van een nieuw plan, het moment van uiteinde lijke realisering en het aantal gegadigden op dat tijdstip, op deze vragen is op dit moment geen zinnig woord te zeggen. Het kiezen van één centrale lokatie voor de eventueel in de kern nog te realiseren bejaardenwoningen zal - hoe zeer in deze het C.D.A.- volgend - naar verwacht - niet gemakkelijk zo niet onmogelijk zijn, gelet met name op de eventueel nog aanwezige potentiële mogelijk heden. Waar het nu nog om losse suggesties gaat, waarbij het inder daad nog zeer de vraag is of zij realiseerbaar zijn, lijkt het ons beter deze nu niet expliciet aan te geven, wat Gemeenschapsbelang vraagt. Wij willen eerst de visie van onze stedebouwkundige af wachten. Met betrekking tot het bedrijventerrein, waarover de woordvoerders van V.V.D. en C.D.A. spreken zij het navolgende opgemerkt. Op advies van de commissie ruimtelijke ordening is gekozen voor een realisering van dit plan in twee fases. De belangstelling voor de eerste fase (ruim 1% ha.) waarvan de grond reeds gemeentelijk eigendom is, blijft groot. Het is echter de vraag: wat en wie op het bedrijventerrein moeten worden toegelaten. Na een tweede - overigens wederom oriënterende gedachtenwisseling, met potentiële gegadigden uit de eigen gemeente, op 1 december 1980 waarin een aantal verlangens en wensen naar voren werden gebracht, heeft er vanuit ons college tezaam met de stedebouwkundige een tweede

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 8