-11- bestemd voor het weergeven van gesproken woord. Spreker is echter mét de heer Jansen van mening dat het voorstel onvoldoende duidelijkheid verschaft. De heer Dirven zegt uit de bijlagen bij het voorstel al wel begrepen te hebben dat er sprake is van het voor een belangrijk deel aanschaffen van nieuwe geluidsapparatuur. Erger vindt hij het dat het als gevolg van de betreurde gang van zaken onmogelijk is geworden de twee offerten ob jectief te vergelijken. Ook de heer van der Bom zegt niet gelukkig te zijn met de wijze waarop de uitgebrachte offerten tot stand zijn gekomen en vervolgens ter kennis van de raad zijn gebracht. Gezien echter het belang dat zijn fraktie toe kent aan de aanwezigheid van een zo goed mogelijk functionerende geluids installatie in Eikebos, zal het collegevoorstel worden gesteund. Daar waar gesproken wordt over garantiebepalingen, vraagt de heer van Schaik zich af welke garanties precies van de desbetreffende leverancier verwacht worden. In tegenstelling tot hetgeen thans is geschied zou vooraf een pro gramma van eisen moeten worden opgesteld waaraan na levering de instal latie kan worden getoetst. In eerste instantie de heer Dirven beantwoordend, deelt wethouder van Seventer mede dat beide offerten over exact dezelfde noodzakelijk geachte voorzieningen handelen. Het college heeft bewust niet gekozen voor een aanpassing van de bestaande installatie omdat men in dat geval onvermij delijk gebonden zou zijn aan de toenmalige leverancier. Het programma van eisen waarop de heer van Schaik heeft gedoeld, bestaat naar zijn zeggen wel degelijk. Degenen die verzocht zijn een offerte uit te brengen zijn tevens uitgenodigd zich tezamen met ambtenaren van de technische dienst ter plaatse van de situatie op de hoogte te komen stellen. Aan deze uitnodiging is gevolg gegeven en beide aspirant-leveranciers is tot in details medeqedeeld aan welke eisen de muziekinstallatie in de toekomst zal moeten voldoen. Vervolgens is geëist dat men de te leveren apparatuur volledig garandeert op basis van die eisen. De heer Dirven blijft van mening dat de beide offerten inhoudelijk van el kaar verschillen. Het komt hem voor dat bepaalde onderdelen van de instal- latie waaronder met name de microfoons, in een offerte wel zijn begrepen en in de andere niet. De heer van Schaik vraagt of de laagste inschrijver dezelfde is als degene die indertijd de bestaande installatie heeft geleverd. Daarnaast is hij van mening dat het niet nodig is bepaalde garantiebepalingen te eisen indien reeds vooraf duidelijk wordt geëist dat de te leveren apparatuur aan een programma van eisen moet voldoen. De heer Roeien betreurt het dat zowel de offerten als het voorstel aan de raad zo vele vragen onbeantwoord laat. Doordat bovendien een periode van ongeveer veertien dagen is gelegen tussen de dagtekening van beiden offerten, acht hij het niet onmogelijk dat het college zich in een ver keerd daglicht laat plaatsen. Te meer omdat bij de stukken niet werd over gelegd een schrijven van het college met het verzoek een offerte uit te brengen. De heer Naqelkerke tenslotte vraagt zich af of het mogelijk is de kosten gepaard gaande met deze aanschaf, door te berekenen in de huurprijs van de grote zaal. Deze vraagt als eerste beantwoordend deelt wethouder van Seventer mede dat deze buiten de orde van het onderhavige voorstel valt. Ten aanzien van de garantiebepalingen waar de heer van Schaik op heeft gedoeld zegt hij dat het college deze uitdrukkelijk vóóraf heeft gevraagd om voldoende zeker heid te hebben dat met de onderhavige aanschaf inderdaad alle geluids problemen in Eikebos uit de wereld zijn geholpen. Hij bevestigt de vraag of de laagste inschrijver en de oorspronkelijke leverancier dezelfde zijn. Voor wat betreft de opmerking gemaakt door de heer Dirven benadrukt spreker nogmaals dat beide ingekomen offerten inhoudelijk volkomen verge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 94