-8-
bespreking plaats gevonden met de Provinciale Planologische Dienst.
Daarbij kwamen als belangrijkste punten aan de orde:
ontsluiting op de Schutsestraat, het al dan niet toelaten van be
drijfswoningen en zo ja, in welke gevallen; wat mag nu exact wel
en wat niet op het bedrijventerrein worden ondergebracht.
De belangrijkste conclusie ten aanzien van "wat mag wel en wat niet"
is wel, dat elke vorm van detailhandel, ook volumineuse detailhandel
(meubels, caravans) moet worden uitgesloten.
Naast opslag zouden alleen die bedrijven, die uit een oogpunt van
bedrijfsvoering genoodzaakt worden uit de kom van het dorp te ver
dwijnen, daar dienen te worden ondergebracht; zaken, die van een uit
gesproken bovengemeentelijk karakter zijn, horen thuis op een echt
industrie-terrein. Geadviseerd werd zuinig te zijn met uitgifte van
grond in dit ontwerp-bestemmingsplan.
Na deze aangelegenheid door ons nader in de commissie ruimtelijke
ordening te hebben doorgesproken zal een derde, nu concreter en
exacter gericht contact met de ondernemers plaats vinden. Iedereen
weet dan waaraan hij toe is. Het ligt wel in de bedoeling het ont-
werp-plan zo spoedig mogelijk in vóór-overleg bij de Provinciale
Planologische Commissie aan te bieden.
De indruk van de C.D.A.-woordvoerder ten aanzien van de aanpak door
burgemeester en wethouders van de partiële herziening van het be
stemmingsplan "Kern Prinsenbeek 1972" als zou de nu in deze gevolgde
weg deze korte periode belachelijk lang gaan maken, is onjuist. Het
is ons college ook niet duidelijk, op grond waarvan deze indruk zou
kunnen worden gewekt.
Er moet namelijk een essentieel onderscheid worden gemaakt tussen
die gewenste wijzigingen, waartoe een voorbereidingsbesluit is ge
nomen en waarop tijdens de procedure reeds kan worden ge-anticipeerd
en die, welke de gehele bestemmingsplanprocedure dienen te doorlopen
totdat in elk geval het bestemmingsplan voor de eerste maal ter
visie heeft gelegen en door de raad is vastgesteld. Waarschijnlijk
worden door de C.D.A.-woordvoerder beide groeperingen met elkaar
vereenzelvigd, hetgeen niet juist is.
Ten aanzien van de realisering van het Groepsbureau voor de Rijks
politie vraagt de C.D.A.-woordvoerder of het toch nog niet bespreek
baar zou zijn met de overheid of de gemeente met vóór-financiering
en in overleg met de overheid deze zaak eventueel aan de orde stelt
en krijgt. In antwoord daarop zij medegedeeld, dat uw raad gedurende
het afgelopen jaar steeds op de hoogte is gehouden omtrent de stand
van zaken met betrekking tot de bouw van dit groepsbureau.
Ik heb in mijn overleg met de Rijksgebouwendienst daarbij ook het be
spreekbaar zijn van eventueel door de gemeente te plegen vóór-financiering
reeds expliciet aan de orde gesteld. Zulks is uw raad eveneens bekend.
De ontwikkeling in deze aangelegenheid wordt - zoals eveneens door
ons toegezegd - op de voet gevolgd.
De leden van het brandweercorps zijn - en zulks in antwoord op een
vraagstelling van C.D.A.-zijde - verzekerd voor het risico van W.A.
Zij zijn voorts verzekerd tegen het risico van ongevallen en invali
diteit, welke kan ontstaan bij de uitoefening van hun functie.
Overigens bestaat bij ons college het voornemen om alle verzekeringen
welke de gemeente heeft gesloten, dit jaar door te lichten; waar nodig
zal bijgesteld kunnen worden.