De maatregel om voor bepaalde tijden het vrachtverkeer te weren uit
bepaalde straten lijkt hem niet zinvol daar ce overlast dan op andere
straten van de bebouwde kom zou komen te vailen. Eventueel zou een
dergelijke maatregel overwogen kunnen worden als de gehele bebouwde
kom in ogenschouw wordt genomen.
Ook geldt dit natuurlijk in bepaalde mate voor het buitengebied.
De voorzitter dankt ook de heer Dirven en geeft hierna het woord aan
wethouder Houtepen.
De heer Houtepen zegt dat er inderdaad een groot verschil is tussen
net constateren van knelpunten en knelpunten oplossen.
Op de vraag over de verwarring rond fase I en fase II antwoordt hij
dat bladzijde 2 een uitslag geeft over de inventarisatie van het verkeers
lawaai van rijksweg 16. De uitslag is bekend en dus is fase I afgerond.
Er dient thans wel een nader onderzoek te worden ingesteld. Men treft
hiervoor reeds maatregelen. Hij kan hierover vertellen dat de 12%,
(f. 50.000,—) betrekking hebben op fase II, het onderzoek. Dit heeft
dc rijksoverheid via het indicatief meerjarenprogramma geluid kenbaar
gemaakt. Het bedrag ad f. 414.000,— is niet meer en niet minder dan
de mogelijk geraamde kosten voor de 71 woningen die daaronder vallen.
Dat is dan fase III die volgt uit fase II. Alvorens fase II uitgevoerd kan
woiden moet er eerst nog de bevestiging worden gekregen.
De suggestie van de heer de Hoon inzake het weren van vrachtverkeer
is niet nieuw. Hij zegt toe dit nog eens te zuilen bekijken doch hij is
van mening dat aan de argumenten niet veel veranderd is. Het Velsgoed
is een provinciaal vervangend tracé en een dergelijke maatregel
zal enkel de problemen verplaatsen.
De voorzitter dankt de wethouder en geeft hierna het woord aan de
heer Roeien.
In tweede termijn zegt de heer Roeien dat de nota aangeeft dat in goede
voorbesprekingen in de commissie openbare werken de problematiek
in de nota bedoeld reeds aan de orde was. Het antwoord van het college
beluisterende, werd het hem op het punx rijksweg 16 onduidelijk.
In eerste instantie was er bij de bespreking van fase III een financiële
opzet die aanmerkelijk hoger was. Berekend werd 12% subsidie op basis
van de kosten van het totale onderzoek ad f. 14.000,Deze 12% daar
van is en blijft f. 50.000,—. De nota geeft dit ook heel duidelijk aan.
Hij wil hierover nu niet verder discussiëren, omdat dit onderdeel eindigt
met de constatering dat op dit moment geen krediet wordt gevoteerd.
Toch wil hij intern nog eens na laten gaan in hoeverre er misschien
toch in correspondentie en uitwerking van die zaken onduidelijkheden
geslopen zouden kunnen zijn. Hij zou het erg betreuren als men op een
bepaald moment tijdens de rit geconfronteed zou worden met een bedrag
van f. 364.000,— waarvan men niet zou weten waar die gehaaid zouden
moeten worden en dan waarschijnlijk bij de gemeente terecht zouden
komen.
De voorzitter dankt de heer Roeien en geeft vervolgens het woord weer
aan wethouder Houtepen.
De heer Houtepen zegt de heer Roeien toe zijn ongerustheid, die hij
overigens niet deelt, in een commissievergadering aan de orde te zuilen
stellen.
De heer Jansen wil duidelijk steiler, dat de uitleg van de wethouder
er op neer komt dat die f. 414.000,— het geschatte bedrag voor fase
III is. Hierover dient geen twijfel te bestaan. De f. 50.000,— is de maxi
male overheidsvergoeding om een rapport te krijgen. Het onderzoeksrap
port, dat zal aangeven dat de schatting f. 414.000,— juist of onjuist
is.
De heer Houtepen beaamt dit.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel besloten.
- 7 -
-