6) Voorstel tot het reageren op de nota rijksweg 256 van Rijkswaterstaat
voor wat betreft het gedeelte Etten-Leur - Breda.
De heer Dirven zegt dat in een vorige vergadering hierover reeds gespro
ken is en dat toen de 3 punten die in het voorstel verwoord staan aange
nomen zijn.
Hij zou hieraan nu een vierde argument kunnen toevoegen namelijk dat
de toenemende drukte op rijksweg 16 nog meer lawaai betekent voor
Prinsenbeek.
Gesteld mag worden dat Prinsenbeek een van de nreest zwaar belaste
gemeenten in West-Brabant is. Beperking van deze extra overlast is
dus geboden.
De voorzitter dankt de heer Dirven en geeft vervolgens het woord aan
de heer dansen.
De heer dansen zou erg graag de tekst gewijzigd wiiien zien conform
het verslag van de commissie ruimtelijke ordening, namelijk de inkiem-
ming van de gemeente Prinsenbeek tussen rijksweg 256 en rijksweg 16.
Hij vraagt of de verdere belasting van het gebied "Liesbos" niet wat
dramatischer kan worden aangedikt omdat het hier een belangrijk natuur
gebied betreft.
De voorzitter dankt de heer dansen en geeft hierna het woord aan de
heer Hennekam.
De heer Hennekam stelt voor het eerste argument maar te laten vallen
omdat dit eigenlijk geen argument is. Het is eerder een contra-argument.
Het is juist de bedoeling dat er een te verwachten toename van verkeers
drukte is. Het is immers de bedoeling van autosnelwegen, om secundaire
en tertiaire wegen te ontlasten.
Hij is het overigens met het totale voorstel niet eens.
De heer Roeien hoopt dat het college bereid is de suggestie van de
commissie ruimtelijke ordening om een bestuurlijk overleg met de betrok
ken gemeenten bij zaken waar men gelijkluidend over denkt in een be
zwaarschrift te vervatten over te nemen.
De voorzitter dankt de heer Roeien en geeft het woord aan de heer
Houtepen.
De heer Houtepen zegt dat de suggesties die naar voren zijn gebracht
gaarne overgenomen worden, ook die van de heer Roeien inzake het
bestuurlijk overleg. Er ligt al een uitnodiging voor een hoorzitting in
de Posthoorn op 3 mei aanstaande in Princenhage waar het college
aanwezig zal zijn.
In tweede termijn vraagt de heer Dirven of ook de suggestie van de
heer Hennekam wordt overgenomen.
De heer Roeien duidt op een tegenstrijdigheid tussen de suggesties van
de heer Dirven en de heer Hennekam. Dit kan voor het college een
moeilijk punt zijn.
De voorzitter zegt dat beide argumenten in het bestuurlijk overleg zullen
worden meegenomen.
De heer Hennekam wil een nadere toelichting geven. Het is de bedoeling-
van autosnelwegen om zoveel mogelijk verkeer daar naar toe te halen
en zo min mogelijk op andere wegen. Hoewel Prinsenbeek het erg vindt
dat er steeds meer verkeer komt op rijksweg 16, toch betekent dit bij
een ongeveer gelijkblijvend aantal autokilometers wel een ontlasting
van andere wegen. Overigens zijn autosnelwegen ook veiliger. De raad
kan daar ook niet op tegen zijn. Beperking van het verkeer zal in Prinsen
beek best wel aanslaan maar bij Rijkswaterstaat, die het geheel bekijkt,
zal het alleen maar als een contra-argument overkomen.
De heer Dirven zegt dat hij helemaal niet bedoeld heeft dat die aanslui
ting er niet moet komen, maar dat het hier gaat om de keuze van een
aansluiting op rijksweg 16 van de verkeersweg komende uit Etten-Leur.
Er zijn drie mogelijkheden waarvan de raad de meest noordelijke (Vinken-
burg) heeft afgewezen. Met de twee zuidelijke mogelijkheden heeft
hij geen moeite.
- 8 -
-