-10-
Schutsestraat én Brielsedreefde verkeerscommissie, de stedebouwkundige
de verkeerskundige van de Provinciale Planologische Dienst en de onder
nemers hebben te kennen gegeven het meest te voelen voor één ontsluiting
en wel aan de Schutsestraat,
Het college heeft het laatste advies overgenomen. Het zal de raad zijn,
die uiteindelijk zal moeten beslissen. Overigens hebben burgemeester en
wethouders in overleg met de stedebouwkundige het plan zo opgezet, dat
- mocht de raad besluiten tot twee ontsluitingen - dat zulks vrij gemak
kelijk alsnog in de planopzet kan worden verwerkt.
De lokatie van het woonwagenkamp: alle frakties hebben er aandacht aan
besteed: P.v.d.A en Gemeenschapsbelang in relatie met een niet verder
in procedure gebracht ontwerp-bestemmingsplan; de V.V.D. handhaaft even
eens lokatie aan de Dennenweg, zonder daarbij in beschouwing te betrek
ken de gesprekken, welke op 2 februari j.l. en 9 september j.l. daar
over hebben plaatsgevonden met provincie en 'Woonwsgenschapdoet de
suggestie om eventueel lokatie iets te verschuiven op grond in eigen
dom van de gemeente; het C.D.A. handhaaft eveneens haar oude standpunt,
geeft burgemeester en wethouders in overweging zich met name te verdie
pen in de niet van provinciale zijde gewogen financieel-economische en
juridische aspecten en beveelt alsnog een herbespreking aan: mocht zulks
niet haalbaar blijken te zijn, dan in overleg met Gedeputeerde Staten de
lokatie inbrengen in plan Moleneind.
Ons college roept bij uw raad in herinnering:
a. de bespreking van ons college met het bestuur van het Woonwagenschap
en ambtelijke vertegenwoordigers van de provinciale griffie en Pro
vinciale Planologische Dienst op 2-2-1981 (verslag in bezit van alle
raadsleden)
b. de bespreking van ons college met het lid van Gedeputeerde Staten,
die het woonwagenwezen in zijn portefeuille heeft, en met het be
stuur van het woonwagenschap op 9-9-1981 (verslag in bezit van frak-
tie-voorzittersqe-autcriseerd door het College van Gedeputeerde
Staten) en
c. het volledig negatief advies van de Provinciale Planologische Com
missie d.d. 23-10-1981 zowel ten aanzien van de planologische uit
gangspunten als voor wat betreft de financiële aspecten van het in
vooroverleg bij die commissie aangeboden ontwerp-bestemmingsplan
woonwagencentrum
Hoezeer burgemeester en wethouders de beslissing van Gedeputeerde Sta
ten ook betreuren en het daarmede ook beslist niet eens zijn - u leze
er de verslagen maar op na -, ons college acht het niet zinvol en ook
niet haalbaar meer om wederom met Gedeputeerde Staten in overleg te
treden teneinde alsnog de lokatie aan de Dennenweg te kunnen behouden
voor dit doel; gelet juist op de duidelijke gedane uitspraken van die
zijde, welke £n de planologische £n de niet weg te cijferen financieel-
economische aspecten betreffen.
Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening weigert
namelijk financiële middelen ter beschikking te stellen, waardoor
- naar zonder meer moet worden verwacht - een desbetreffend besluit
van uw raad alleen al op die grond niet de vereiste hogere goedkeu
ring zal verkijqen.
De als laatst gedane suggestie van het C.D.A. om dan te kiezen voor
een lokatie i'n het tot ontwikkeling te brengen bestemmingsplan Molen
eind neemt ons college dan ook over; deze lokatie heeft overigens wel
de instemming van het provinciaal bestuur en het financieel aspect kan
worden medegenomen in de totale financieel-economische opzet van dat
plan
P.v.d.A., V.V.D. en C.D.A. stellen de lokatie van bejaardenwoningen aan
de orde.