veronderstelling verkeerd dat de gemeente op zichzelf niets zou doen.
Dit is geen rechtskundige overweging maar wel eert overweging die met
menselijke zaken iets van doen heeft en het college dient daar op ge
paste manier rekening mee te houden. Daarom vraagt spreker een rede
lijke menselijke termijn in acht te nemen bij de sanering van dit be
drijf.
De heer Dirven denkt dat men de termijn moet zien binnen de mogelijk
heden die de heer Korporaal heeft binnen de gemeentegrenzen om het be
drijf te verplaatsen. Als de raad bijvoorbeeld een bedrijventerrein
klaar had liggen waar grond gekocht kon worden dan zou men misschien
binnen een redelijke termijn iets kunnen bepalen. Dit is echter niet
het geval en dus is -de bepaling van een termijn een grote moeilijkheid.
In Prinsenbeek zijn panden die voor een dergelijk bedrijf mogelijk ge
schikt en betaalbaar zijn niet voor het oprapen.
Mochten er binnen ide gemeente wel mogelijkheden zijn, dan kan gezegd
worden dat er een redelijke kans is om iets te kopen of te huren.
Heeft hij die twee of drie keer voorbij laten gaan, dan is de termijn
wel degelijk verstreken.
De heer Roeien betreurt het, dat door het woordgebruik van de heer Lo-
dewijks, die sprak namens de drie fracties, de discussie -weer is
opgerakeld, die in de commissie te uit en te na is gevoerd. De behan
deling in de commissie ruimtelijke ordening was erg gedegen en resul
teerde in een sluitstuk, dat één woordvoerder vanuit die commissie na
mens drie fracties zou spreken, tr is gefilosofeerd over een termijn
en de inbreng van zijn fractie is geweest om die termijn te bepalen
op een jaar. Daaraan wel vastgekoppelddenkende aan datgene dat bij
voorbereidingsbesluiten aan de orde is, dat zijn fractie zich een si
tuatie kan indenken dat het college merkt dat dat net niet haalbaar is.
In overleg met de commissie ruimtelijke ordening of met de raad kan
men dan bezien of de termijn voor verlenging in aanmerking komt.
De heer Jansen zegt steun te geven, namens zijn hele fractie, aan de
commissie ruimtelijke ordening en adhesie te betuigen san oe termijn die
de heer Roeien genoemd heeft. Hij wil het college er echter wel op
duiden, dat er twee dingen gezegd zijn, namelijk als het college moet
gaan besluiten de uitspraak van de Raad van State ongetwijfeld een rol
zal spelen. Spreker zou dan toch bij de twee zaken die het college aan
roerde een derde willen voegen. Wanneer de raad het advies volgt van
de commissie ruimtelijke ordening, wat dit voor de persoon in kwestie
voor consequenties heeft ten aanzien van zijn huidige eigendom. Het is
geen sinecure wanneer je door deze omweg gedwongen zou worden je huis
te koop te zetten met alle risico's van dien. Op zich zou dit toch ook
weer een onredelijke consequentie zijn. Er overigens van uitgaande dat
het niet een grootwinkelbedrijf is met geweldige mogelijkhe
den gezien de manier waarop het gehuisvest is en uitgeoefend wordt.
Spreker wil nog één andere gedachte naar voren brengen waarbij hij ei
genlijk de vraag aan het college overlaat of de termijn van een jaar-
moet ingaan vanaf deze vergadering dan wel vanaf het moment dat de uit
spraak van-de Raad van State bekend is, waarbij hij tendeert naar het
laatste.
De heer van den Eijnden wil er nog graag aan toevoegen dat ook mogelijk
is om met het P.O.K. contact op te nemen. Bij een brede opzet van het
aanbod van verkoopartikelen in Prinsenbeek zijn alle middenstanders ge
baat, en het zou best kunnen dat zij in overleg samen kunnen zoeken naar
goede ruimte en wellicht dat er dan eerder binnen dat jaar nog een
goede ruimte gevonden kan worden.
De voorzitter kan namens het college zeggen, dat in ieder geval de datum
van uitspraak van de voorzitter van de afdeling Rechtspraak van de Raad
van State als startdatum zal worden aangehouden. Het college vindt ech
ter dat het initiatief moet uitgaan van de betrokkene en de handreiking,
- 11 -