- 22 -
De heer Jansen benadrukt nogmaals de gevaren die aan een pos tief of
negatief interview kunnen zitten. Het college kan het misset:en niet
verantwoorden en dan zal de knop omgedraaid moeten worden op *n ce-
geven moment.
De voorzitter denkt aan de vrije nieuwgaringssfeerAls het in' ?rdaad
op een goed mement zover is dat er een lokale omroepsituatie or staat,
dan moet de raad in deze ook beslissen.
De minister van C.R.M. heeft overigens ook repressief toezicht.
De heer Jansen begrijpt niet dat de vraag gesteld is om om 5 uur te be
ginnen. Het gaat er namelijk om de verkiezingsuitslag te analyseren en
daarover te praten en dan begin je om 7 uur.
Dan mag iedereen zeggen wat hij wil.
De heer Dirven vraagt of het hier om rechtstreekse uitzendingen gaat of
om opgenomen programma's die naderhand uitgezonden worden.
De voorzitter zegt dat de interviews vooraf worden opgenomen.
De heer Dirven zegt dat dit waarschijnlijk met alles het geval is omdat
rechtstreeks uitzenden op de kabel van Prinsenbeek niet mogelijk is.
Hij denkt dat alle zaken die er op komen van te voren opgenomen gaan
worden of er moet iemand naar de Spoorstraat toe gaan om het te gaan
vertellen.
De voorzitter heeft het louter ter kennisneming aan de raad medegedeeld,
doch ziet dat deze kwestie nog wel even in het college besproken moet
worden.
De heer Dirven denkt wanneer men praat van opgenomen gesprekken en inter
views het geen enkel bezwaar is om deze van 5 tot 7 uit te zenden.
De voorzitter zegt dat dit juist de bedoeling is. De interviews hebben
alleen betrekking op het functioneren van een raad, het college van bur
gemeester en wethouders en de gemeente.
Naar de mening van de heer Jansen moet het dan geen wethouder zijn, geen
lid van de raad of een toekomstig lid van de raad dat geïnterviewd wordt.
De voorzitter zegt dat als de uitslagen eenmaal bekend zijn, men dan op
een geheel ander terrein komt. Dan gaat men inderdaad de uitslagen ana
lyseren.
De heer van der Bom vindt het inderdaad een onmogelijke situatie dat de
raad bepaalt, door wat voor motieven dan ook gedreven, dat paal en perk
gesteld moet worden aan datgene wat er tussen 5 en 7 op het net van de
kabel gebeurt. Als men dat vergelijkt buiten de proporties van Prinsenbeek
met de gewone radiouitzendingen die de gehele dag door plaats vinden of
er nou verkiezingen zijn of niet dan worden de radiouitzendingen vaak be
geleid in de trant van er zijn nogal weinig mensen die gaan stemmen enz.
De heer Jansen vindt dat iets anders. Op de dag van de verkiezingen ziet
men geen mensen meer op radio of t.v. voor 7 uur 's-avonds en datzelfde
zou men hier moeten hanteren. Hij vindt het gevaarlijk om niet met derden
te werken in zo'n kleine gemeenschap, want iedereen wordt op hetzelfde
moment al of niet terecht verweven met achterbannen.
De heer Lodewijks vraagt of C.R.M. toestemming geeft voor een bepaalde
tijdsduur
De voorzitter citeert: "De C.A.I. zal aangewend worden voor het op woens
dag 9 juni 1982 van 17.00 tot 22.00 uur overbrengen van een éénmalig lo
kaal radio-programma. Ik ga er van uit (de minister dus) dat dit radio
programma een objectief voorlichtend karakter zal hebben.".
De heer Lodewijks zegt dat dit dus de enige beperkende voorwaarde is die
de minister stelt en hij denkt dat het aan termen ontbreekt, zodat het
gemeentebestuur niet kan zeggen dat men niet mag zenden van 5 tot 7.
Die toestemming hebben ze immers.
De voorzitter zegt dat het gemeentebestuur de toestemming heeft, en die
kunnen een aantal bepalingen stellen als ze die initiatief-groep toestem
ming geven tot het uitzenden. Hij zegt echter toe een en ander in het
college te bespreken.