die in de maart-vergadering is gedaan wordt nu ai gestand gedaan. Met de
concrete voorstellen voor bezuiniging heeft zijn fraktie toch nog wat problemen.
Bij interruptie deelt de voorzitter mede dat het hier eaat om handreikingen
.vanuit het college, die getoetst worden aan
wat de raad wil en waarmee verder moet worden gegaan.
De heer Lodewijks zegt dit ook zo begrepen te hebben. Over de meeste punten
kan geen uitspraak worden gedaan als de zaak niet in een iets breder perspectief
bekeken is. Men zit nu in een wat onmogelijke positie. Deze raad zal nog maar
één keer samenkomen, en dan zal er een heel andere raad zitten. Er zijn reeds
onderhandelingen gaande om te komen tot nieuwe wethouders. Die zullen ook
een soort programma inhoudelijk willen uitvoeren. In dat programma zal het
één wel en het andere niet passen. Eén en ander zal in die context bekeken
moeten worden. Hij komt graag in een ruimere discussie inhoudelijk terug op
een aantal zaken die hier worden voorgesteld.
De heer Hennekam vindt het een interessante nota met dien verstande dat
het voor de eerste keer is dat er een nota op tafel ligt die handelt over bezuini
gingen. Verder kan zijn waardering niet verder gaan dam twijfelachtig. Het
spijt hem te moeten opmerken, dat het onvoldoende is. Wat hier gebeurt is
in feite vanuit de losse pols, een paar posten aanwijzen die> zoals hij overigens
al voorspeld had, het gevolg hadden dat daags daarna natuurlijk in de krant
één en ander overduidelijk vermeld stond. Terecht overigens want in de journali
stiek is dit te doen gebruikelijk wanneer er zulke stukken zo maar in een bezuini
gingsnota worden geschreven. Dat had ook niet zo moeten gebeuren. Zijn fraktie
is uiteraard tegen afschaffing van het schoolzwemmen. Het gaat vandaag echter
niet om de posten zodat hij daar niet verder op in zal gaan. Erg veel moeite
heeft hij met onvoldoende onderbouwing van de wijze waarop tot bezuiniging
gekomen wordt. Aangezien hij het college niet met lege handen wil laten staan,
zal hij toch een methodiek aanreiken, die hem wel bruikbaar lijkt. Het verkrijgen
van beslissingen die leiden tot bezuinigingen zal naar zijn inzicht een drietraps
raket moeten zijn. Op de eerste plaats moet er een ambtelijke inventarisatie
van bezuinigingsposten komen, op basis van eventueel door de raad vast te
stellen uitgangspunten. Deze inventarisatie kan gaan tot bezuinigingen van
mogelijk 100%. De technisch mogelijk haalbare posten zonder politiek verhaal
geeft het college daarbij een bestuurlijke opvatting, door er bijvoorbeeld enkele
alternatieven uit te halen en die de raad aan te reiken. Die kan dan. op grond
van de bestuurlijke weging door het college politieke beslissingen nemen. Overi
gens moet de raad natuurlijk ook kunnen beschikken over alle ambtelijke gegeverrs
die al in de eerste fase zijn gemaakt. Indikaties geven zoals nu gebeurd is
brengt het ge'aar mede dat het enkel posten betreft die op initiatief van
de C.D.A.-fraktie in het verleden zijn opgevoerd. Hij wijst hier met name op
het schoolzwemmen en districtskatechese. Namens zijn fraktie moet hem ook
van het hart en in eerste instantie enigszins onderkoeld dat hij de opmerking in de
passage die onderaan staat op bladzijde 1 van het voorstel, "Vooraannemingen
en leveringen van grotere omvang de gelegenheid tot inschrijving of offrering
uitbreiden en niet beperken tot de plaatselijke ondernemers. Hierdoor wordt
de concurrentie vergroot en zullen lagere investeringsuitgaven kunnen worden
bereikt", ondermaats' vindt. Hij hoopt dat het college bereid is deze passage
terug te nemen en als niet geschreven te beschouwen, aangezien de praktijk
het tegendeel bewijst.
Wethouder van Seventer zegt dat al duidelijk naar voren gekomen is dat het
college niets anders bedoeld heeft als een handreiking. Als er een meer concreter
voorstel zou komen omtrent het schoolzwemmen dan zal dat natuurlijk ruim
gemotiveerd zijn waarbij het onderwijs zeker niet vergeten zal worden. Het
schoolzwemmen mag misschien best wel een kostenobject worden voor de
ouders. Als men de districtskatechese weer onder de loep gaat nemen, dan.
moet dat wel buitengewoon zorgvuldig gebeuren. Met de deken van Breda is
destijds hierover reeds gesproken. De coaching van de docenten kan op een
-6-