van 28 juni van de commissie financiën is onder punt c. gezegd dat men heden in een bespreking met het bestuur van de bond van ouderen heeft kunnen vaststel len dat dit bestuur berust in het standpunt om niet tot de gewenste uitbreiding over te gaan. Het zou goed geld naar kwaad geld gooien zijn wanneer dit oude houten gebouwtje zou worden uitgebreid. Daarentegen heeft het college toegezegd dat men op korte termijn naar een andere ruimte voor bejaarden zou willen uit zien. Ook is Eikebos wederom voorbehouden als ruimte voor de bejaardenactivi teiten. Het getuigt van goed bestuur ais er niet te haastig beslissingen worden genomen, omdat heel recent een cicuiaire Is gekomen van het ministerie van onderwijs waarin wordt gezegd: schoolbesturen (in het algemeen) wees heel alert op leegstand en ga deze zelfs commerciële functies geven want wij gaan dadelijk niet meer per lokaal honoreren. Alle leegstaande lokalen moeten dus een nuttige bestemming krijgen. In dit kader is er met de ouderen gesproken en gezegd: "wacht alles nog even af, er gaat echt leegstand komen en dan zouden we tot een goede opstelling kunnen komen". Het huidige gebouw is oud, ook de bejaarden- bond geeft dit toe. Zou men dit oude gebouw gaan renoveren dan is het inderdaad goed geld naar kwaad geld gooien. De bejaarden gaan er zich verder in verdiepen of nog meer gebruik van Eikebos mogelijk is, maar gebruik van lege lokalen zou prioriteit moeten hebben, men wordt gewoon in die richting gedwongen. In tweede termijn zegt de heer van den Eijnden dat men hem dan verkeerd heeft ingelicht. Men was ontstemd over het bereikte resultaat en er zijn enkele andere argumenten naar voren gebracht. De vloer van Eikebos zou schuin zijn en het biljart zou steeds verschoven moeten worden, hierdoor wordt Eikebos inacceptabel voor de bejaarden. Wat betreft de schoollokalen zou men dan wel moeten denken aan ongeveer drie lokalen die verbouwd zouden moeten worden. Men heeft behoorlijk wat voorzie ningen nodig terwijl het bovendien voor de bejaarden geen fijne omgeving is. De gevraagde uitbreiding is helemaal niet rigoreus. Hij heeft ook de belastinggel den eens bekeken die besteed worden aan vrijetijdsbesteding voor de mensen in Prinsenbeek en dan kan men zien dat voor de jongeren of voor de mensen van middelbare leeftijd er een aantal accommodaties zijn waarvan een aantal mensen dubbel of driedubbel lid zijn. Men profiteert daar allen van en voor de bejaarden is er niets. Zij kunnen op dat gebied tenminste weinig profiteren, terwijl er per jaar een kleine zes ton in die voorzieningen bij moet. Bedenkt men dan dat er voor zo'n kleine voorziening voor de bejaarden ad f. 40.000,— bij moet, dan moet daar wel over gepraat kunnen worden. Tot slot voert hij als argument aan, de welvaartsvoorzieningen van nu. Dat kan een beetje gevoelsmatig zijn maar toch is het zo dat juist deze bejaarden dat hebben bewerkstelligd. Op grond daarvan is de wens van het C.D.A. om daarop bij een volgende vergadering terug te komen. Er is in ieder geval geen beraad geweest tussen het college van burgemeester en wethouders en de raad of een commissie. De heer Jansen zegt, dat het antwoord van de heer van Seventer hem helemaal niet bevredigt. Men zou de bejaarden goed hebben ontvangen, maar goed geld naar kwaad geld gooien is niet correct. En dan wordt gesteld dat tot een overeen stemming is gekomen. Men heeft aan de leden een zoethoudertje meegegeven. Hij zou willen stellen dat dit zoethoudertje voor zijn fractie niet betekent dat er over een jaar of bij de algemene beschouwingen gevraagd of gezegd moet worden: hoe staat het met de bond van de bejaarden. Welke oplossing heeft u gevonden? De twee oplossingen die de wethouder genoemd heeft zijn beide inacceptabel. Er zal dus een andere oplossing moeten komen. Hij vindt het niet juist om het probleem nu hier uit de doeken te doen, maar hij is niet akkoord met het antwoord van de wethouder die zegt dat men tot een overeenstemming is gekomen. In een volgende vergadering wil zijn fractie van het college weten wat men hieromtrent van plan is. De voorzitter dankt de heer 3ansen en geeft nogmaals het woord aan wethouder van Seventer. Deze neemt toch beslist stelling tegen de uitdrukking van een zoethoudertje. Zijn leeftijd brengt niet mee dat hij oudere mensen met een zoet houdertje wegstuurt; dit is zeer ongelukkig gekozen. Als gezegd wordt dat zij -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 181