De heer Roeien zegt in tweede termijn hierop dat als de wethouder zegt dat er vertraging was wegens vakantie men toch voordat er iets kwam te staan in Modern Prinsenbeek de raad op de hoogte had kunnen stellen. Het bevreemdt hem dat daarin mededelingen werden gedaan over gunning terwijl de vraagstelling nog in procedure is. Hij begrijpt uit het antwoord van de heer Houtepen dat er geen probleem aanwezig is om in het gesprek dat men probeert te engageren de heer Hennekam aanwezig te doen zijn. Zijn fractie spreekt wei waardering uit over het functioneren van het Stadsgewest binnen het kader van woningtoewij zing aan een bepaald gebied en de verschuivingsmogeiijkheden die binnen het Stadsgewest samen goed geordend worden om tot een zo goed mogelijke invulling van een woningbouwpakket te komen. De heer Dirven zegt dat weliswaar die drie bouwlagen nog maar indicatief zijn maar toch wil hij stellen dat het voor Prinsenbeek moeilijk te verteren zal zijn als men in drie bouwlagen zal gaan bouwen. Men zal dit plan dan ook uiterst kritisch volgen. De heer van der Westen zegt in tweede termijn dat hij het onbegrijpelijk blijft vinden dat er een gesprek moet plaatshebben om aan te tonen waarom een gunning heeft plaatsgehad. Als een gunning verstrekt wordt dan zijn er toch argumenten aanwezig en hij had dan ook niet anders verwacht dan dat die argumenten zo sterk zouden zijn dat men die zonder meer had kunnen voorleggen. Tot heden heeft hij geen antwoord gekregen of iets dat totaal geen inhoud had en eerst ging het over de 1- en 2-persoonshuishoudens waar Bakker-Bennebroek recht op zou hebben. Toen kwamen die premie B-woningen. Dat was precies hetzelfde. Het is wel mogelijk dat de plaatselijke ondernemers geen interesse hadden maar hij vindt het toch bijzonder vreemd dat er een gunning heeft plaatsgehad en dat men dan naar de argumenten moet gaan zoeken ofwel er iemand bij moet gaan betrekken die de argumenten waar zou kunnen maken. Antwoordend in tweede termijn zegt de voorzitter dat wat de heer Roeien stelt, onderschreven kan worden. Wat betreft de heer Dirven zegt hij dat het alleen maar indicatief aangegeven staat en in de toelichting staat dat er de mogelijk heid zou zijn. Het is aan de raad die straks het plan vaststelt of die invulling dient te geschieden. Stedebouwkundig en architectonisch gezien is het wel mogelijk. De heer Houtepen vult dit antwoord nog aan met te zeggen dat hij hoopt dat de heer van der Westen aanneemt dat deze zaak de afhandeling krijgt die het verdient. Men zal met de heer Hennekam proberen deze zaak op te lossen waar door aan het verzoek van de heer Roeien wordt tegemoet gekomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 12) Voorstel tot ongegrondverklaring van een door de heer 3.A.M. van der Put, Kapittelhof 19, Prinsenbeek ingediend beroepschrift tegen de weigering van een vergunning voor de bouw van een houten scheidingswand. De heer Roeien zegt dat zijn fractie van oordeel is dat juist gehandeld is door de vergunning te weigeren. Wel is aan de orde geweest in de commissievergadering een soortgelijke bouwaanvrage waarbij bekeken zou worden, of in een soortgelijke situatie in het bestemmingsplan aanpassingen mogelijk zouden zijn. Het vorige bezwaarschrift is al meer dan een half jaar geleden de raad gepasseerd en zijn fractie zou het erg op prijs stellen als enige termijn kon worden aangegeven - bijvoorbeeld drie maanden - waarbinnen al het mogelijke wordt gedaan om dat gene wat men nu aan het bekijken is tot een afgerond voorstel te brengen. Hij wijst op het N.B.-tje in het commissieverslag. In een vorige raadsvergadering is een stuk aangehouden met betrekking tot het onttrekken van een stukje weg aan het openbaar verkeer waar problemen aan de orde zijn met betrekking tot bouwsels die er niet dienen te staan. Hij hoopt dat die zaak niet langer dan nood zakelijk voortbestaat. De voorzitter zegt dat de raad het eens is met de weigering en dat men verder bezig is met deze zaak. Hij kan niet zeggen dat alles binnen drie maanden gereed -12-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 189