de provinciale griffie, een onderbouw moet het hebben en wat heeft men nu
voor onderbouw.
De heer van der Westen stelt dat het college niet geïnformeerd heeft willen
worden. In juni had men al om een onderhoud gevraagd. En deze stukken waren
daarbij nodig om tot een totaliteit te komen. Toen bleek dat dat pas in de tweede
helft van augustus kon, kon men hen niet eerder informeren.
Bij interruptie zegt de heer van Seventer dat dat waar is, maar er is duidelijk
van te voren gezegd dat door vakanties een en ander niet afgewerkt kon worden.
Het moest met een voltallig college. Ook het college heeft een zekere tijd nodig
en kan niet iedereen a la minute op ieders wenken bedienen.
Het is voor de heer Jansen raadselachtig waarom het gesprek niet heeft plaats
gevonden, terwijl bleek dat de portefeuillehouder bij de discussie in de commissie
wist waar het precies aan schortte. Hij kan zeggen dat de informatie die hij
gegeven heeft een lopende informatie is geweest toen hij zijn auto open en
dicht deed en toen wist hij al waar het over ging. Namelijk toen waren deze
stukken bekend en wisten we dat we helemaal niet over een krediet spraken
maar over heel iets anders. We praten gewoon over een nul-optie voor de gemeen
te. Wanneer de gemeente het zelf zou gaan lenen dan zouden er nog voordelen
zijn, want hij denkt dat je bij geen enkele instantie in de eerstkomende jaren
voor 11,5% aan de bak komt, om overtollige middelen kwijt te raken. De gemeen
te is geen leenbank en daardoor prefereert hij een lening bij een bank en daar
een garantie op. Zijn informatie berustte op een gesprek van 1 1/2 minuut en
niet langer. Hij verwondert er zich dan ook over dat als je in juni gevraagd
wordt voor een gesprek dat je dan in augustus niet weet wat je voorgesteld
hebt.
In tweede termijn zegt de heer Lodewijks dat de heer Jansen het woord raadsel
achtig gebruikt omdat het gesprek niet had plaatsgevonden maar wat hem raadsel
achtiger voorkomt is dat men als college nu een voorstel doet zonder dat er
een gesprek heeft plaatsgevonden. Het voorstel is niet goed onderbouwd. Hij
heeft begrip voor de ergernis die hij heeft geconstateerd bij het college van
burgemeester en wethouders en begrijpt dat het college gedwongen is geweest
een voorstel in de raad te brengen wat men eigenlijk niet in de raad had willen
brengen en niet heeft kunnen onderbouwen. Hij ziet niet waarom hij zijn stand
punt moet herzien ten aanzien van dit voorstel. Hij moet nu vernemen dat de
heer Jansen beter is geïnformeerd dan de drie die de wethouder heeft genoemd.
Hij stelt voor, omdat hij niet inziet dat uitstellen van dit voorstel op enigerlei
wijze de voortgang van de werkzaamheden zou kunnen schaden, het voorstel
zoals het nu op tafel ligt in ieder geval terug te nemen. Of het dan later een
lening of een garantie moet zijn dat kan men dan nog zien bij een eerstkomende
vergadering waarbij dan wel een goed onderbouwd voorstel komt.
De heer Dirven zegt dat er door het college gesteld wordt een krediet en door
de heer Jansen een garantie of een lening. Hij vindt het zulke essentiële verschil
len en verwacht een nadere toelichting.
De heer van Seventer zegt hierop dat hij de indruk heeft dat de heer Jansen
met een verderstrekkend voorstel komt en hij moet bekennen dat hij niet meer
weet dan de informatie die hij pas na maandagavond heeft gekregen. Hij heeft
nergens uit kunnen afleiden dat er sprake was van een lening van 11 of 10%.
Na maandag was er geen tijd meer om het voorstel bij te stellen. De heer Lode
wijks heeft prachtig vertaald wat geleefd heeft. Inderdaad met pijn in het hart
heeft het college dit voorstel naar voren gebracht en men had op dat moment
geen gegevens om het op een andere manier te brengen. Men kon niet eens
een behoorlijke nota maken want men had geen behoorlijke toelichting. We kunnen
blijven discussiëren of het wonderlijk is dat er toen een verzoek is geweest
dat niet gehonoreerd is geworden. Het college vond dat er voldoende redenen
waren om die vergadering nog niet te doen plaatsvinden. Maar hij heeft wel
begrepen dat er een verderstrekkend voorstel ligt. Laat men daar maar eens
over discussiëren.
De voorzitter zegt dat de heer Jansen heeft gezegd ofwel een lening vanuit
de gemeente ofwel de stichting gaat naar een bank en de gemeente geeft dan
de garantie.
-18-