-29-
straks nog wel even de kans toe. Hij wil bijzonder hartelijk danken zijn echtgeno
te. In geen 16 jaar heeft ze de publieke tribune bezocht, nooit werd hij met
gegrom ontvangen ondanks het feit dat hij erg vaak, ook voor deze gemeente,
op pad was. De hoogste dank is hij verschuldigd aan hem die het hem mogelijk
maakte in een goede gezondheid dit werk te kunnen doen.
Gemeentebestuur van Prinsenbeek, het ga je goed.
De heer van der Bom zegt dat, al is hij dan de helft korter in de raad geweest
ais de heer Roeien, hij het zeker meer dan de helft korter zal maken dan zijn
voorganger het gedaan heeft. De voorzitter heeft hem al betiteld als geluidshinder
dus hij moet niet te veel praten want dat is allemaal geluid. Zijn fractie staat
bekend om het weinig praten maar hij zal toch de gelegenheid aanpakken om
hier op de eerste plaats zijn collega's in deze raad van harte te danken voor
de medewerking en samenwerking. Het ging niet altijd even vlot maar dat hoort
in de politiek. Je neemt echter die consequentie, je gaat daar mee naar bed
en je staat er mee op. Daarnaast wil hij hartelijk danken het college voor de
prettige tijd. Hij heeft er heel veel van geleerd en hoopt in de toekomst met
alles wat geleerd is voor Prinsenbeek nuttig te zijn middels de achterban. Dank
ook aan alle ambtenaren van de gemeente Prinsenbeek voor de prettige samenwer
king. Het was een bijzonder fijne tijd, nooit was hen iets te veel ais hen iets
gevraagd werd. Het ging altijd met opgewekt gezicht. Tot slot wil hij wat de
toekomst betreft de nieuwe raadsleden alle goeds toewensen. Hij hoopt dat
zij bijzonder goede besluiten nemen in het belang van de gemeente Prinsenbeek
zoals hij het ook altijd heeft trachten te doen.
De heer Nagelkerke zegt dat hij nooit de langste prater is geweest zodat men
van hem niet bang hoeft te zijn. Hij gooit ook niet met kilo's, data en cijfers
zoals de heer Roeien. Hij gaat die notulen niet wegen want hij heeft ook geen
weegschaal die dat aangeeft. Er is hem daarstraks gezegd: heren er wordt vana
vond afscheid genomen, doch hij neemt geen afscheid. Hij hoopt regelmatig
aanwezig te zijn op de publieke tribune en zal proberen goed op te passen. Cees
Roeien durft daar niet aan omdat hij bang is dat hij niet zo goed oppast. Boven
dien wil hij zich ook abonneren op de stukken vandaar zijn vraag of voorstel
om voor de raadsleden die aftreden een afvloeiingsregeling te treffen. Daarbij
denkt hij bijvoorbeeld in de beginperiode voor de helft van de kosten of iets
dergelijks. Dat is toch wel het overwegen waard. Hij dankt alle, zowel het col
lege, de mede-raadsleden als de ambtenaren en niet te vergeten de supporters
op de tribune. In zijn beginperiode moest rechts nog een beetje wennen aan
links en in de loop van deze periode is niet alleen wederzijds respect ontstaan
maar zelfs waardering. Hij hoopt dat de nieuwe raad in deze constructie zo
van start kan gaan, want dat komt de gehele gemeenschap van Prinsenbeek ten
goede. Naar zijn mening heeft hij als aftredend lid van de raad toch nog wel
een verdienste, misschien wel twee. Zijn eerste verdienste is dat door het feit
dat hij zich niet meer herkiesbaar stelde en ook zijn fractieleider dit niet meer
van plan was, hij deze laatste bewogen heeft samen met anderen vanuit de partij
om nog een periode mee te draaien. Anders zou er bij zijn partij een vacuum
ontstaan en waren zij met enkele mensen gekomen die aan het werk nooit hadden
meegedaan. Daarmee houdt de P.v.d.A. - en dat is zijn persoonlijke mening-
toch nog een heel groot stuk kwaliteit in deze raad en daar is hij blij mee.
Zijn tweede - zij het kleine verdienste - maar dat moet in de toekomst waar
gemaakt worden, is het feit, dat zijn broer Cees zitting heeft in deze nieuwe
gemeenteraad. Aangezien deze ongeveer hetzelfde karakter heeft als hijzelf,
al kan hij misschien iets beter praten, dan zou dat misschien linkervleugel van rechts kunnen
worden. Hij ziet het met vertrouwen tegemoet. Hij heeft verder nogal wat wijsheid opgedaan.
Hij heeft verschillende woorden geleerd die, als hij 's avonds thuis kwam, stiekum
in de Van Dalen nakeek. Daarom stelt hij voor om in de volgende periode, al
hoeft het geen plat Beeks te zijn, hele moeilijke woorden, waar nederlandse
woorden voor bestaan, achterwege te laten. Zijn zoontje van zes zou zeggen
"anderlandse" uitdrukkingen. Daarmee bedoelt hij dat er wel eens uitdrukkingen
gebezigd worden in het frans of in het engels, waarom niet de nederlandse
taal. Verder kan hij afsluiten door het college, de raad, de supporters en heel
Prinsenbeek te danken door gebruik te maken van een andere taal: "da ut oew
a'maol verrekkes goed mag gaon".
II