bied af moeten staan en bijna 600 inwoners. In elk geval is het gros van de
gemeente en het gros van de inwoners zelfstandig blijven voortbestaan met
alle voordelen van dien en dat wordt in deze gemeente wel eens een keer verge
ten. Hij had nog graag iets over de gewestraad gezegd maar hij zal dit doen
op andere gelegenheden, zij het natuurlijk niet in het verband van de gemeente
raad. Hij begeeft zich dan nu ook op het wat melancholieke terrein van het afscheid
nemen van mensen, ai is het ook geen reden om daar tranen bij te plengen.
Hij wil graag de verschillende mensen noemen. De heren van der Bom en Nagel-
kerke die ieder op hun eigen wijze, heel vaak eigenwijs maar altijd op hun eigen
wijze invulling hebben gegeven aan het werk in deze gemeenteraad. De heer
van Seventer die hij al ongeveer 9 1/2 a 10 jaar in deze raad heeft meegemaakt.
Al hebben zij wel eens zakelijk van mening verschild, persoonlijke verhoudingen
hebben er nooit o.ok maar voor 1% onder geleden en zo hoort het ook in de
politiek. In het kielzog van wat de voorzitter heeft gezegd dankt hij hem ook
voor het goede werk wat hij heeft geleverd de afgelopen jaren. Het gaat hem
goed evenals trouwens de anderen. Voor wat betreft de mensen uit de eigen
groep is het een beetje overdoen van datgene wat in interne kring al is gedaan
dus daar kan hij nu heel erg kort over zijn. De heer van den Eijnden die op
zijn eigen practisch gedreven wijze invulling heeft gegeven aan het raadslidmaat
schap waarvoor de voorzitter hem ai heeft bedankt en hij sluit zich daar graag
bij aan. De heer van Schaik die, wat meer op de achtergrond meestal, nuchter
maar zijn goed oordeel gaf over de voorstellen die voorlagen zowel in commissie,
fractie als in de raad. En dan komt hij bij de heer Roeien. Die heeft een uitge
breid relaas ten beste gegeven over wat hem allemaal ten deel is gevallen en
hoe hij dat heeft ervaren. Van zijn kant kan hij het meeste wat deze gezegd
heeft van harte onderstrepen, al heeft hij voor bepaalde zaken die voor hem
teleurstellend zijn ook politiek de verantwoordelijkheid mede gedragen. Dat
moet hier ook gezegd worden, maar hij begrijpt zijn teleurstelling volledig.
Hij denkt dat de raad in de heer Roeien een van zijn beste leden verliest, zo
niet de beste die ze de laatste tijd in Prinsenbeek hebben gehad. Zij verliezen
er bovendien iemand in die als geen ander in deze raad de terreinen van de
ruimtelijke ordening, die tegenwoordig zo erg belangrijk zijn gelet op alle inspraak
en beroepsprocedures, en alles wat daarmede te maken heeft. Hij hoopt daarom
dat hij niet alleen zijn goede werk in de provinciale staten voortzet maar toch
ook bij tijd en wijle wanneer er om gevraagd wordt zijn diensten zal willen
bewijzen aan de gemeente Prinsenbeek. Hij hoopt overigens voor wat dat betreft
dat het politiek afscheid zeker niet voorgoed zal zijn. Hij wil daar nu niets
over zeggen maar de heer Roeien weet dat hij daarmee bedoelt. Overbodig te
zeggen dat de vier jaren dat de heer Roeien wethouder is geweest, hij er blijk
van heeft gegeven en spreker kan deze vergelijking maken, niet enkel hier intern
maar vooral ook veel gemeenten die hij de laatste jaren heeft leren kennen,
een uitstekend wethouder te zijn geweest. Dan zijn er in de fractie slechts
drie blijvers. Daar toch een enkel woord voor. De heer Houtepen geroepen tot
het wethouderschap vier jaar geleden, vrij onverwacht en niet al te enthousiast.
Hij heeft de heer Houtepen als wethouder de laatste jaren ook met de kritiek
die er zo nu en dan vanuit de fractie op' hem is, wat overigens moet kunnen,
blijven zien groeien in zijn functie en als het hem straks gegeven is om dat
te continueren dan hoopt hij dat die trend zich zal doorzetten. De heer Jansen
is, en dat is al gememoreerd, een man die bijna altijd een zwaar stempel heeft
gedrukt niet alleen op de fractie maar ook op de gemeenteraad. Voor zover
dat wel eens een keer negatief wordt becommentarieerd, wenst hij zich daar
uitdrukkelijk en verre van te distantiëren, want het getuigt altijd van eigen
zwakte als je zegt dat een ander domineert. Het is kenmerkend hoe, niet alleen
door de kennis en de wetenschap, maar ook de wijze waarop de heer Jansen
met zijn bestuurlijke ervaring en zijn achtergrondgegevens aan deze raad geduren
de lange reeks van jaren zijn krachten heeft gegeven. Dat zal ook in de toekomst
nog blijven en hij wil hem vanaf deze plaats daarvoor van harte danken. De
heer van der Westen heeft 20 jaar wethouderschap ingevuld zoals bijna geen
ander dat zou kunnen onder omstandigheden die niet altijd de gemakkelijkste
waren. Hij heeft het op een geweldige wijze ingevuld en op zijn eigen bescheiden
-33-