raadswerk hen weet te boeien dan wel blijft boeien en vertrouwt erop, dat de
raadsleden gedurende de komende raadsperiode zich zullen inzetten ten behoeve
van het welzijn van de Prinsenbeekse gemeenschap. Met het aanvaarden van
deze functie heeft men een grote verantwoordelijkheid op zich genomen én als
individueel raadslid én als raad in totaliteit.
Het is een oprechte wens zijnerzijds, dat daarbij een goede, eerlijke en open verstand
houding tussen de fracties en leden onderling bestaat, waarbij voor wederzijds
respect erf eikaars benadering een grote en voorname plaats wordt en blijft
ingeruimd. Diezelfde relatie hoopt en verwacht hij te kunnen proeven in de benade
ring vanuit de raad naar het college van burgemester en wethouders. Het college
moet niet bezien en beschouwd worden als een tegenpool ten opzichte van de
raad, doch als een beleidsvoorbereidend en beleidsuitvoerend orgaan van de raad.
De raad behoort de grote beleidslijnen aan te geven, duidelijk, concreet en con
sistent. Aan burgemeester en wethouders behoren de detaillering en uitvoering
ervan, waarvoor door de raad aan dat college enerzijds vertrouwen wordt gegeven,
anderzijds verantwoording wordt gevraagd. Mede in dit verband doet het hem
deugd, en hij spreekt gaarne zijn waardering erover uit, dat tussen de vier raads
fracties in gemeen overleg bepaalde - in een notitie vastgelegde - afspraken
zijn gemaakt inzake het in de nu aanvangende raadsperiode te voeren beleid.
Het feit, dat de raad in zijn nieuwe samenstelling negen nieuwe leden telt - dus
practisch 2/3 van de totale raad uitmakend - kan en zal ook wellicht in de aan-
vangsperiode zijn invloed kunnen hebben op de beraadslagingen in de commissies
en in de raad. Inwerken vergt nu eenmaal tijd. Niettemin doet hij een dringend
beroep op de raad ernaar te willen streven om bij het discussiëren met name
tijdens de raadsvergaderingen de tijd in de gaten te houden en de duur der verga
deringen te beperken tot maximaal 2 1/2 uur. De voorzitter zal in elk geval
het zijne ertoe bij dragen voor wat betreft de leiding ervan, welke leiding overi
gens vaak een lijdelijke is. Hij wenst de raad veel succes toe bij zijn arbeid.
3) Verkiezing van wethouders.
Als commissie van stemopneming benoemt de voorzitter de leden van der Westen
en van den Bliek.
De heer Jansen zou even willen refereren aan de besprekingen die vooraf zijn
gegaan aan deze zitting en die eigenlijk hebben geleid tot overeenstemming
in hoofdzaken ten opzichte van bepaalde functie-invullingen en functie-acceptaties.
Hij deelt mede dat, bij het voorstel tot verkiezing van de wethouders, uit dit
overleg is voortgesproten dat namens zijn fractie ais eerste wethouder en ook
als loco-burgemeester wordt voorgedragen de voorheen zittende wethouder,
de heer Houtepen.
De voorzitter vraagt of er nog andere leden zijn die iets te zeggen hebben over
wethouder I, zo wil hij het noemen omdat hij het in 't midden laat of hij al
of niet loco zal worden. Dat wordt door het college uitgemaakt.
De voorzitter stelt stemming aan de orde van de door de heer Jansen genoemde
kandidaat. Hierna wordt overgegaan tot een schriftelijke stemming over deze
wethouderszetel.
Uit de stemming blijkt dat op de
heer P.W. Houtepen 15 stemmen
zijn uitgebracht, zodat hij is benoemd.
Op de vraag van de voorzitter over een kandidaatstelling voor de andere wethou
derzetel draagt de heer van der Kooij namens zijn fractie de heer Dirven voor
als kandidaat. Hierna wordt overgegaan tot een schriftelijke stemming.
Uit de stemming blijkt dat op de
heer H.3.F.M. Dirven 15 stemmen
zijn uitgebracht, zodat hij is benoemd.
De voorzitter nodigt de beide nieuwe wethouders uit plaats te willen nemen
achter de collegetafel, waarna een applaus volgt.
De voorzitter spreekt zijn hartelijke gelukwensen uit aan de wethouders. Het
-2-